Dr. Abraham Kuyper en de Vrije Universiteit - pagina 276

In zijn Encyclopaedie schreef Kuyper over Gods zelfkennis:

'Het bewustzijn dekt in God volkomen het zijn, . . . Er kan dus bij

God geen sprake wezen van een zelfkennis, die op menschelijke wijze

door opmerking, ontleding, gevolgtrekking enz. zou gevormd zijn. Ook

de zelfkennis is in God sui generis, en dus Goddelijk.'

En hij concludeerde dat 'hierdoor de toelating van elk anthropomor-

phisme in de cognitio archetypa veroordeeld' is, alsof het primair inge-

voerde onderscheid van zijn en bewustzijn, en het samenvallen daarvan

bij God ook niet tot het antropomorfe of mensvormige spreken behoor-

de.

Hij was hier even speculatief als toen hij in Het Werk van den Heili-

gen Geest theologiseerde over de inblijvende daden Gods. Die speculatie

komen we telkens in de theologie tegen, maar Kuyper legde er wel heel

sterk de nadruk op door zijn romantische stijl. Hij schreef toen, (we ge-

ven maar een fragment):

'Er zijn namelijk daden in het goddelijk Wezen, die bestemd zijn om

later uit te gaan, en er zijn andere daden, die eeuwig in het Wezen zullen

blijven.'

Als voorbeeld noemde hij toen het centrale leerstuk van het Calvi-

nisme:

'Neem bijv. de uitverkiezing en de eeuwige generatie. Beide zijn

inblijvende daden Gods. Maar toch met sterk sprekend onder-

scheid. Immers, de eeuwige generatie van den Zoon door den Va-

der is een daad, die nooit naar buiten kan treden, maar eeuwig in

het mysterie des goddelijken Wezens blijft. Terwijl omgekeerd de

uitverkiezing wel als raadslag een inblijvende daad was, maar niet-

temin bestemd, om in de volheid des tijds door de roeping der ver-

korenen uit te treden naar buiten.'

Een theologie komt door te spreken over Gods zelfkennis en Gods da-

den die eeuwig in zijn Wezen zijn en blijven, in tegenspraak met zich-

zelf. Want hoe kan een mens spreken over daden, die eeuwig in Gods

Wezen zijn en blijven. Die theologie is ook niet in overeenstemming met

de pretentie zuivere openbaringstheologie te zijn. Een mens kan niet

naar waarheid over God spreken, als God zich niet openbaart. En als

God zich openbaart, dan betreft dat geen daden, woorden, gedachten

of besluiten die eeuwig in zijn Wezen zijn en blijven. Wie wel theologi-

seert over 'Gods daden die eeuwig in zijn Wezen zijn en blijven', specu-

leert.

Speculeren, of op min of meer losse veronderstellingen berustend

denken, is een menselijke bezigheid.

270

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen