De Vrije Universiteit na Kuyper - pagina 74

blijkbaar heel hoog. Het ging hem om zijn leiderschap, waarin hij

Groen was opgevolgd, waarin hij suo jure was opgetreden en dat

sinds 1874 hem door verkiezing en herverkiezing toekwam.

Idenburg, die gedurende de eerste oorlogsjaren in Indië de

ontwikkelingen in Nederland nauwlettend volgde, vroeg aan

Heemskerk: heeft Kuyper 'zooveel juridische professoren in

voorraad dat hij er nog een paar kan opruimen?' Aan zijn vrouw

schreef hij:

Maar als Dr. K. doorgaat en nu het spelletje van Seinpost wil herhalen en

ditmaal Diepenhorst en Anema (en waarom niet Fabius) van de V.U. wil

verwijderen dan zal hij een leelijke pijp rooken. Want van die a.r. partij

zou ook ik mij afscheiden.

Na Kuypers jaarlijkse bezoek aan Lahmanns Kurort nabij Dresden,

diep in Duitsland, volgde de pubHkatie van mr. Th. Heemskerk,

Een Woord over de genummerde Driestarren van Dr. Kuyper, Rotter-

dam 1915. De diep gegriefde Heemskerk verweerde zich daarin

tegen de verdachtmaking, dat hij in 1907 had geïntrigeerd en een

complot had gesmeed. Niet hij, maar Kuyper bracht verwijdering

door zijn valse beschuldigingen. Diepenhorst schreef daarover: 'Het

boekje is een juweel van een verweerschrift; met vernietigende

logica wordt aan die hem onteerende verdenking elke steun

ontnomen. Hoewel op iedere bladzijde de verontwaardiging door-

flitst wordt toch in volkomen zelfbeheersching eene waardige

apologie gegeven.'

Ook de Senaat van de VU kwam met een kort bericht in de

pers. Hij verklaarde het 'te betreuren, dat Dr. Kuyper hoewel nog

hoogleeraar dier Universiteit, zonder eenige voorafgaande

gedachtenwisseling in haren kring genoemde faculteit (de juridische)

in het openbaar besproken heeft op een wijze, die het vertrouwen

in hare verhouding tot den voor haar onderwijs geldenden grondslag

ernstig schaden kan'.

Kuyper reageerde met nieuwe driestarren. Een vete tegen

Heemskerk bestond volgens hem niet. En omdat de VU-senaat niet

de zaak, maar alleen de publikatie van zijn driestarren afwees,

concludeerde Kuyper, dat 'men ook in dien Senaat een nadere

toetsing van de verhouding der Juridische faculteit tot de Statuten

niet overbodig zou hebben geacht. AUicht dat uit de faculteit der

Juristen of van den Senaat nu een nadere mteenzetting te wachten

70

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen