GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Vrije Universiteit na Kuyper - pagina 408

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Vrije Universiteit na Kuyper - pagina 408

De Vrije Universiteit van 1905 tot 1955, een halve eeuw geestesgeschiedenis van een civitas academica.

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

v u verder gestudeerd. In het G.T.T. van 1952 had dr. A.C.

Drogendijk hem geïntroduceerd met de woorden: 'Atheïstische

existentialisten zijn bijv. Nietzsche, Heidegger, Sartre, Camus,

Beerling en Van Peursen.' Van Peursen repliceerde daarop in een

artikel over 'Christelijk geloof en existentiephilosophie' in dezelfde

jaargang van het G.T.T. met de opmerking dat hij belijdend lid van

een Gereformeerde kerk was.

Van Peursen werd eerst hoogleraar te Groningen en daarna te

Leiden. Hij ging diepgaand in op de vraagstellingen van Dooye-

weerd en werd in 1963 als buitengewoon hoogleraar aan de VU

één der opvolgers van Vollenhoven. Drogendijk was al eerder

hoogleraar aan de VU geworden, maar dan wel als iemand van een

oudere tijdstroming dan zijn nieuwe collega.

In zijn boek Lichaam-ziel-geest ging Van Peursen van de oude

begrippen lichaam, ziel en geest uit om de betekenissen daarvan af

te tasten. Vooral de kennismaking met het primitieve wereldbeeld

bracht hem tot de opmerking 'dat het schijnbaar zo voor de hand

liggende onderscheid tussen ziel en hchaam ook wel eens geheel en

al kan ontbreken.' Dat onderscheid hadden we niet aan de bijbel,

maar aan de Griekse wijsbegeerte te danken, oordeelde ook hij. De

bijbel leert dat de mens een geesteUjk wezen is. 'Dit betekent niet

dat nu een derde stukje aan de legkaart wordt toegevoegd, maar

dat deze mens als ziel en als lichaam een gericht wezen is' en dat

'de geestelijke gerichtheid van de mens de eenheid van ziel en

lichaam beslissend markeert.'

Samenvattend stelt Van Peursen 'dat de termen ziel en lichaam

uit het dagelijkse spraakgebruik ten onrechte wijsgerig aangewend

worden om er in zichzelf bestaande substanties mee aan te duiden.

Want dan worden ziel en hchaam van elkaar losgescheurd en

geraakt ook de gehele mens geïsoleerd van zijn wereld. De zin van

het mens-zijn gaat zo teloor en men komt voor onoplosbare

wijsgerige dilemma's te staan.'

Van ziel is bij Van Peursen nauwelijks sprake en van onsterfe-

lijke ziel in het geheel niet. Ook de richting van het hart, naar God

toe of van Hem af, was geen thema van Van Peursen. Het gaat om

bezielde hchamehjkheid. 'Deze lichamehjkheid is teken van echte

en volledige menselijkheid en is daarin tevens geestelijk te noemen:

het gaat om de concrete mens, die in kennis, liefde, handelingen

e.d. zich Ujflijk op zijn wereld richt.' Ziel kan ook worden

aangeduid door het woord geest. 'Deze geest is geen abstractie

402

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987

Publicaties VU-geschiedenis | 460 Pagina's

De Vrije Universiteit na Kuyper - pagina 408

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987

Publicaties VU-geschiedenis | 460 Pagina's