Pionieren toen en nu. De geschiedenis van het Paedologische Institutuut in Amsterdam 1931-1989. - pagina 12

blemen. De collegezaal tenslotte vv^as de onderwij spiek

waar Waterink zijn studenten kon onderrichten in de psy-

chologie, de pedagogiek en de pedologie.

Aldus ontstond een uniek en zeer veelzijdig geheel waar

hulpverlening, onderwijs en onderzoek elkaar troffen. Een

instituut dat voor een buitenstaander misschien moeilijk te

begrijpen is, maar qua opzet nog het beste te vergelijken

valt met een academisch ziekenhuis. Alleen in dit geval niet

opgezet voor de zieke medemens maar voor het moeilijke

kind! Nu in 1989 het Paedologisch Instituut de binnenstad

van Amsterdam verlaat, is het moment aangebroken terug

te blikken en te lezen hoe dit alles heeft kunnen ontstaan.

Voor de oprichting van het instituut moeten wij terug-

gaan naar hetjaar 1929. In dat jaar namelijk trad Waterink,

in zijn functie van hoogleraar in de pedagogiek en de psy-

chologie aan de Vrije Universiteit, toe als bestuurslid van

de Vereeniging voor Opvang en Verpleging van Idioten en

Achterlijke kinderen, ook wel kortweg genoemd de Veree-

niging 's Heeren-Loo. Deze in 18 91 door Willem van den

Bergh opgerichte vereniging bestuurde rond de eeuwwisse-

ling een viertal inrichtingen voor wat wij tegenwoordig

geestelijk gehandicapten zouden noemen: de naar de op-

richter genoemde mr. dr. Willem van den Bergh stichting

in Noordwijk en de stichtingen Groot-Emaus, Loozenoord

en 's Heeren-Loo in Ermelo.

Nog maar kort in functie opperde Waterink in een be-

stuursvergadering 'de oprichting ener paedologischen kli-

niek in Amsterdam'. Dat het instituut binnen zeer korte tijd

werd gerealiseerd, lag vooral aan de daadkracht en het

doorzettingsvermogen van Waterink. De tijdgeest had hij

zeker niet mee. Aan het eind van de jaren twintig was het

gemeentebestuur namelijk bezig alle activiteiten op dit ter-

rein zelf ter hand te nemen. De gemeentebestuurderen

stonden dan ook niet te popelen om Waterink, en in zijn

gevolg de Vereeniging, te steunen. Dit blijkt o.a. uit een

aantal gesprekken die Waterink had met het toenmalige

gemeenteraadslid Meyers. Op Waterinks voorstel voor de

oprichting van zo'n instituut zegt Meyers als persoon veel

te voelen, maar als ambtenaar grote bezwaren te zien.

10

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen