Voetstappen in opwaaiend zand - pagina 14
40 Publieksactiviteiten VU-vereniging
Een betwijfelde christelijke identiteit / /
In maart 2003 publiceerde G H E Russelman, scheidend docent statistiek aan
de faculteit Psychologie en Pedagogiek van de Vrije Universiteit, een prikkelend
artikel op de opiniepagina van het universiteitsblad Ad Vahas' Russelman zette
in met de observatie dat de VU in wetenschappelijk en sociaal opzicht een vitale
indruk maakte Er was m zijn ogen echter een keerzijde 'gezien vanuit de
idealen waarmee deze universiteit destijds is opgericht' zou de VU eerder op een
sterfhuis lijken Een sterfhuis niet in laatste instantie omdat er volgens Russel-
man een respectvol zwijgen werd betracht over de overledene de voormalige
christelijke identiteit 'Elke discussie hierover stuit op een muur van ontwijking
en sarcasme of bloedt dood in stilte Op geestelijk gebied heerst hier een zwijg
cultuur'
Deze zwijgcultuur inzake christelijke identiteitsvragen is volgens Russelman
gegroeid in de jaren tachtig en negentig 'Studenten die uit overtuiging kiezen
voor een christelijke universiteit, komen bedrogen uit er zijn vrijwel geen
docenten die kans zien iets zinnigs te zeggen over de relatie tussen hun vakge
bied en het chnstendom ' Zoals bekend wordt van docenten bij aanstelling ver
langd dat zij de christelijke idealen van de VU zullen respecteren Het interes
santé aan Russelmans benadering is dat hij de door hem geconstateerde
zwijgcultuur met toeschrijft aan onwil om zich aan deze bepaling te houden
Het probleem ontstaat doordat veel medewerkers en veel studenten het christen-
dom nog slechts kennen als een fenomeen uit het verleden - op zijn best als een
fenomeen uit hun eigen jeugd In de praktijk betekent dat volgens Russelman
dat ZIJ het christendom met van binnenuit kennen Ze beoordelen het vanuit
verstarde en vaak achterhaalde interpretaties ervan De zaak wordt er met
gemakkelijker op doordat degenen die zich op de VU wel met een expliciet
christelijke levensovertuiging manifesteren, dat vaak doen vanuit een confessio-
neel of evangelicaal gedachtegoed Dat neigt in beide gevallen tot een tamelijk
absolute waarheidsaanspraak in het ene geval op basis van zonder voorbehoud
voor waar aangenomen geloofsartikelen, in het andere geval vanuit de intense
ervaring van een relatie met de persoon van Jezus Christus Beide benaderingen
lenen zich goed voor geloofsoverdracht en slecht voor discursieve argumentatie
die de grondslag vormt voor gedachtewisselingen op de universiteit
Wat confessionele en evangehcale christenen met agnosten delen zijn de defini
ties die worden aangelegd om te bepalen wat christelijk is Deze definities stam
men uit de eerste helft van de twintigste eeuw Hun aantrekkelijkheid bestaat
eruit dat ze helder uitgelegd kunnen worden en in brede kring bekend zijn Ze
laten echter geen compromis toe men kan er slechts voor of tegen zijn Beken-
de argumenten die in het laatste geval gebruikt worden, zijn die van onweten
schappehjkheid of fundamentalisme De opvattingen van het christelijke confes
sionalisme en evangelicalisme laten evenmin veel speelruimte toe voor een
12
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 2004
Publicaties VU-geschiedenis | 76 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 2004
Publicaties VU-geschiedenis | 76 Pagina's