Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 363

instellen van een studiecommissie. Typerend voor de lauwe interesse was de suggestie

vanuit de vergadering, voor dat doel dan maar het Bezinningscentrum in te schakelen.'^^

Vijfjaar later nam het verenigingsbestuur een belangrijke beslissing. In het jaarver-

slag nam het wel de oude grondslag nog op, maar het doel werd anders omschreven. 'De

vereniging stelt zich ten doel het vanuit de grondslag bevorderen van wetenschappelijk

christelijk onderwijs en onderzoek ten dienste van de samenleving en van de informatie-

voorziening en bezinning over vraagstukken van wetenschap, levensbeschouwing en

samenleving.'*** De missie van de Vrije Universiteit kreeg uitdrukking in soortgelijke be-

woordingen. 'Voortbouwend op de christelijke traditie waarin zij wil staan hecht de

Vrije Universiteit grote waarde aan een verantwoorde beoefening van wetenschap, en

wil zij fungeren als platform voor discussie over de relatie tussen wetenschap, levensbe-

schouwing en samenleving.'"^^ De oude formules verdwenen in het archief. De studie-

gidsen voor het cursusjaar 2001-2002 namen de doelstelling niet meer op.

MARGINALIA

Brinkmans opvolger G.W. Noomen heeft zich altijd een voorstander van de christelijke

traditie getoond. Hij erkende dat niet allen geloofden die bij de Vrije Universiteit werk-

ten, en betreurde dat. Maar aan de handhaving van de doelstelling was toch geen twijfel

mogelijk. Hij noemde een reeks van punten die zijn stelling bevestigden. Bij academi-

sche plechtigheden werden votum en lofverheffing uitgesproken. De universiteitspastor

trad altijd op bij de diesviering en de opening van het academisch jaar. De Vereniging

betaalde mee aan het studentenpastoraat. De Vrije Universiteit gaf aandacht aan wijsge-

rig-ethische vorming, en bevorderde onderzoek naar de relatie tussen wetenschap en ge-

loof En dan was er ten slotte nog het Blaise Pascal-instituut, voorheen bekend als het

Bezinningscentrum.5 Op het eerste gezicht treft ons in deze opsomming, dat nagenoeg

al de genoemde zaken zich lijken af te spelen in de marge. Ze kunnen bijkleuren en nu-

anceren, maar de harde kern van de hele onderneming die Vrije Universiteit genoemd

wordt, bestaat in de beoefening van de wetenschap in onderwijs en onderzoek. Dringen

deze doelstellingsgerichte activiteiten tot die harde kern door.'

Het Bezinningscentrum moeten we dan voorop stellen. Het was officieel geopend op

31 maart 1980, met het doel studie te maken van 'grens-, voor- en kernvragen, die deel

uitmaken van het bedrijven van wetenschap aan de Vrije Universiteit'.s' Binnen een bij-

zondere, christelijke universiteit mocht dat zonder twijfel als een kerntaak aangemerkt

worden. Men had dan kunnen kiezen voor een zwaar bezet instituut, zwaar in dubbele

zin, naar getal en wetenschappelijke kwaliteit: een sterk team van senioronderzoekers,

omringd door ambitieuze jongeren, bij voorkeur promovendi. Dat kostte veel geld, en

daar waren de tijden niet naar. Dus werd het een zeer kleine staf- voorlopig een een-

mansbezetting - die de faculteiten tot medewerking en steun zou moeten bewegen. De

eigenlijke onderzoekstaken zouden immers aan de faculteiten uitgevoerd moeten wor-

PRIVATISERINC VAN GELOOF 1980-2005 359

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen