Aardwetenschappen aan de Vrije Universiteit 1960-2001 - pagina 110
municatie en beleidsvoering worden overgelaten aan het GvB, waarmee overigens
steeds intensief contact wordt onderhouden.
In zijn commentaar, dd. 17/3/1983, op de voorstellen van de TVC, die als een
gegeven worden gekenschetst, betreurt de Raad van de VSF het dat de subfaculteit
geologie in Utrecht een naar verhouding te kleine bijdrage aan de inleververplich-
tingen levert. Ook spreekt de Raad uit ongelukkig te zijn met het feit dat de aan
de fysische geografie opgelegde bezuinigingen niet inhoudelijk gedekt worden
door het betrekken van de subfaculteit Fysische Geografie van de UvA in de
samenvoegingsoperatie aardwetenschappen aan de VU. Daarnaast pleit de Raad
ervoor de samenvoeging geologie op zo kort mogelijke termijn te realiseren, om
denkbare negatieve effecten (vermindering studenteninstroom, interne wrijvingen
etc.) zoveel mogelijk voor te zijn. Voor wat betreft de personele consequenties van
de samenvoegingsoperatie stelt de Raad zich op het standpunt dat er, zowel van-
uit een oogpunt van solidariteit als met het oog op een gezonde startpositie na de
realisering van de samenvoeging, sprake zou moeten zijn van wederzijdse propor-
tionele afslanking. De Raad spreekt uit bereid te zijn die proportionaliteit voor zijn
rekening te nemen. Daartegenover echter benadrukt de Raad dat het op gelijk-
waardige wijze betrekken van de subfaculteit Geologie en Geofysica van de UvA bij
de vormgeving van de nieuw te vormen subfaculteit geen betrekking zal mogen
hebben op de bestuursvorm (d.w.z. de VSF-constructie met één Raad en één
Bestuur), de beheersvorm (conform het VU-beheersreglement) en de uit de VSF-
structuur voortvloeiende positie van de ondersteunende eenheden (zelfstandig
opererend, onder verantwoordelijkheid van de beheerder). Tenslotte stelt de Raad
vast dat de ruimtelijke aspecten de grote bottleneck dreigen te worden voor het
realiseren van de samenvoegingsoperatie. Om die reden wordt er bij het CvB op
een snelle inventarisatie van de ruimtebehoefte, gevolgd door het opleggen van
beslissingen ter zake, aangedrongen.
Twee dagen eerder had de Raad van de Interfaculteit Aardrijkskunde en
Prehistorie reeds over de TVC-voorstellen vergaderd. In deze raad waren
zowel de fysische als de sociale geografie vertegenwoordigd (aangewezen
vanuit respectievelijk de Raad van de Subfaculteit Sociale Geografie en
Planologie en de Raad van de VSF). Omdat de Subfaculteit Fysische Geografie
in het kader van de VSF primair binnen de Faculteit der Wiskunde en
Natuurwetenschappen functioneerde was de bestuurlijke betekenis van de
Interfaculteit in de praktijk beperkt tot zaken van gemeenschappelijk fysisch-
geografisch en sociaal-geografisch belang, zoals onderling bijvakonderwijs.
In het algemeen was de sfeer binnen de Interfaculteit er een van "leven en
laten leven". Het TVC-voorstel bracht de Interfaculteit echter in een lastige
positie. Binnen de sociale geografie bestond het gevoel dat het vanuit de
doelstelling van de VU onbegrijpelijk en niet te verdedigen was dat de univer-
siteit gekozen had voor datgene dat zich in de aarde bevindt in plaats van
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 268 Pagina's
![Aardwetenschappen aan de Vrije Universiteit 1960-2001 - pagina 110](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/publicaties-vu-geschiedenis/aardwetenschappen-aan-de-vrije-universiteit-1960-2001/2005/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 268 Pagina's