Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 261
De Vrije Universiteit 1880-2005
ECONOMIE
De economische faculteit hebben we leren kennen als voorstandster van een waardevrije
wetenschap. Anders lag het met de economen die in andere faculteiten werden be-
noemd: T.P. van der Kooy en H.J. van Zuthem. Van der Kooy werd in 1950 hoogleraar
voor de economische politiek, binnen de juridische, en Van Zuthem buitengewoon
hoogleraar in de bedrijfseconomie, binnen de sociale faculteit. Van der Kooy heeft zich
altijd een voorstander getoond van een normatieve beoefening van de economie, aanvan-
kelijk vanuit de wijsbegeerte der wetsidee, later vanuit eigen uitgangspunten. Hij zocht
naar een meer oecumenische benadering dan de confessioneel gereformeerde, om ruim-
te te maken 'voor het gesprek met andersgelovigen'.'7 Van der Kooy ging uit van uit de
Schrift afgeleide normen, die hij benoemde als de sociale norm van solidariteit, de juri-
dische norm van gerechtigheid, de technische norm van de rationaliteit, en de economi-
sche norm van doelmatigheid met betrekking tot het omgaan met schaarse goederen en
diensten. Aanvankelijk had hij daarnaast nog een ethische norm onderscheiden. Later
betitelde hij alle normen als specificaties van de christelijke naastenliefde, omdat de
mens geroepen is in alle dingen het liefdegebod te realiseren.
Van der Kooys denkbeelden konden bijdragen tot de overgang van christelijke naar
dienende wetenschap, maar bleven aan de bespiegelende kant. Veel concreter was Van
Zuthem. Hij onderscheidde twee fundamentele beginselen van het christelijk-sociale
denken.'7' Het ene was de solidariteit: het openstaan voor de medemens als mens. Het
andere was de gerechtigheid: het bijstaan van die medemens in de ontplooiing van zijn
persoonlijkheid naar eigen aard. Dat waren volgens Van Zuthem 'bijbelse grondmotie-
ven'.
Hij herdefinieert begrippen dus op zijn manier, en noemt die veranderde begrippen
dan vervolgens 'bijbels'. Zeker niet ieder bijbellezer zal geloven dat de Schrift hem ge-
biedt zijn persoonlijkheid te ontplooien naar eigen aard. Van Zuthem kan tot deze opvat-
ting komen omdat hij het evangelie ziet als oproep tot dienst aan de medemens. Dat
heeft ook gevolgen voor zijn visie op de aard van het gezag. Hij wijst de oude leer af, dat
wij ons hebben te onderwerpen aan allen die over ons gesteld zijn. Blinde onderwerping
is verkeerd. Men moet eerst onderzoeken of een bepaalde macht wel in dienst van God
en van de naaste staat. Wie God ziet als de Schepper van alle dingen, en dus ook van de
machten, hoort altijd te zeggen 'dat de aanwending van macht gericht moet zijn op het
heil van de mens'.''^ Daarmee ligt dan de weg open voor revolutie. Mensen mogen zich
niet alleen, maar moeten zich zelfs verzetten tegen onrechtvaardige machtsuitoefe-
ning.'73
De leer dat macht het heil van de mens moest dienen, had natuurlijk ook consequen-
ties voor de gezagsverhoudingen in het bedrijfsleven. Kuyper had die in zijn tijd te een-
zijdig beoordeeld, en daardoor geen oog gehad voor de wederkerige verantwoordelijk-
heid van de werkgevers en werknemers voor elkaar. Niet alleen de werknemers hadden
DIENENDE WETENSCHAP 1955-1968 2S7
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's
![Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 261](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/publicaties-vu-geschiedenis/een-hoeksteen-in-het-verzuild-bestel-de-vrije-universiteit-1880-2005/2005/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's