Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 45
De Vrije Universiteit 1880-2005
Sommige studenten bezaten genoeg eigendunk om daarmee openlijk in te stemmen.
'Wij zijn de aanstaande leiders van ons calvinistisch christenvolk,' verklaarde de student
G.Ch. Aalders'^ ', 'op ons is het oog gevestigd van hen, die nog hopen op heil voor
Nederland.' En om de maatschappij te zegenen en te dienen, moesten de vustudenten
zover gebracht worden dat zij de strijd konden opnemen tegen 'de ons vijandige weten
schap' een program van actie, dat Aalders later als hoogleraar ook precies zo ten uitvoer
heeft gelegd.
Stonden de zaken zo, dan kon Fabius terecht vragen of men bij de examens niet be
hoorde te letten 'op de beginselen en richting der examinandi'.'^^ Hij zag het als taak van
de universiteit, 'degelijkheid van studie, vroomheid van zin, ernst en eenvoudigheid des
levens bij de studenten te bevorderen', al was er over dat alles in 1883 zijns inziens
niet bepaald te klagen.'*^ Concreet betekende dat bijvoorbeeld aandacht voor de vraag,
'of de studenten wel allen getrouw ter kerke gaan'.'7 Fabius vertolkte hier een algemeen
gedeeld gevoelen. Hoogleraren en curatoren die preekten in Amsterdam plachten te let
ten op de aanwezigheid van studenten. Woltjer merkte bijvoorbeeld in de senaat eens op,
dat de eerstejaars student J.B. Netelenbos niet sympathiek stond tegenover de gerefor
meerde beginselen, en regelmatig in de hervormde kerk te vinden was. Ds. B. van Schel
ven kon hem in zoverre geruststellen, dat de betrokkene zich voor de catechisatie bij Van
Schelven had aangemeld.'' En al zou Netelenbos in de hervormde kerk zijn loopbaan
eindigen, men maakte toch de stelling waar die Fabius in 1885 in de professorenkrans
had verdedigd: 'de hoogleeraren moeten bijdragen tot de godsdienstige vorming van de
studenten.''^^
Fabius verlangde tevens dat de hoogleraren ter wille van dat toezicht de studenten
eenmaal per week zouden ontvangen. Dat deden ze ook, op de destijds overal in de aca
demische wereld gebruikelijke theevisites. Die bezoeken waren dan tevens een goede ge
legenheid, de dikwijls wat ongepolijste vustudenten op een hoger plan te brengen, om
dat zij naar Fabius' ervaring 'de gewone wetten der beleefdheid niet schenen te
kermen'.'73 Zijn vrijmoedige leerling Tieme de Vries, die deze extra vorming goed had
kunnen gebruiken, klaagde dan ook dat de professoren in de omgang met hun studenten
zo afstandelijk en hooghartig waren.'74 Ze waren inderdaad moeilijk te benaderen,
meenden ook anderen. Studenten hadden niet veel gelegenheid hun belangen bij de do
centen te bepleiten. Die vroegen er zelf wel eens naar bij de thee. Dan kregen ze van de
brutalen veel, en van de schuchteren weinig te horen.'75 In de laatste categorie valt zeker
de scribent in het Gereformeerd Studentenblad, die beklemtoonde dat de student voor zijn
hoogleraar eerbied moest hebben, vertrouwen koesteren, liefde gevoelen, en zich gewil
lig aan zijn tucht onderwerpen, met name door ijverig college te lopen.'7^ Geheel in die
geest werd de verschijning van Fabius' Voortvaren in 1898 in de studentenpers aange
kondigd, 'niet om er een recensie van te leveren; wat ons niet past, en eenvoudig belache
lijk zou zijn'.'77
ALLEEN OP WEG 1880-1905 41
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's