GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Aardwetenschappen aan de Vrije Universiteit 1960-2001 - pagina 197

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Aardwetenschappen aan de Vrije Universiteit 1960-2001 - pagina 197

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

13 Deze zou vier varianten kennen mariene geologie (tezamen met de UvA), ertskunde/petrologie (tezamen

met de UvA), hydrologie (gestreefd werd naar samenwerking met Delft en Wageningen) en Kwartaire stu

dies (gestreefd werd naar samenwerking met de vakgroep Bijzondere Plantkunde van de UvA)

14 Ook de beroepsopleiding zou vier varianten kennen aardolie/aardgas, ertsen, water en oppervlakte

materialen

15 Het ging in deze fase nog om een concept de definitieve nota verscheen eenjaar later

16 Voor de VSF bedroeg de uiteindelijke AIO taakstelling binnen de Ie geldstroom 17 plaatsen Om deze

taakstelling te bereiken (in 1990 stond de teller op 13) werd onder andere vrijwel de gehele bestaande

student assistenten ruimte omgezet m AIO plaatsen Daarmee kwam het gewaardeerde instituut van de

student assistent feitelijk te verdwijnen met als gevolg een met onbelangrijke toename van oneigenlijke

taken voor de staf

17 In tegenstelling tot de m het buitenland gangbare praktijk impliceerde hel AIO stelsel dat promovendi een

personeelsplaats bij de universiteit verwierven Dat verleidde menig jong afgestudeerde, ondanks het

geringe inkomen tot de keuze om nog enkele jaren voort te gaan binnen het inmiddels vertrouwde

universitaire circuit Te gemakkelijk ontstond daarbij het verwachtingspatroon dat de voltooide promotie

een garantie zou zijn voor een voortgezette wetenschappelijke carrière, binnen de universiteit of elders In

de praktijk kwamen, mede afhankelijk van de arbeidsmarkt de besten uiteraard op dergelijke posities

terecht Anderen moesten echter constateren dat als het ging om het verwerven van een arbeidsplaats de

doctorsgraad slechts een betrekkelijke waarde had Men kan de (sub)faculteit m dit opzicht verwijten dat

AIO'S te zeer werden gezien als een reservoir van goedkope arbeidskrachten en dat er te weinig aandacht

IS geweest voor het confronteren van individuele promovendi met eigen capaciteiten en mogelijkheden

18 De jaarlijkse formatietoewijzmg is inmiddels een gecompliceerde exercitie geworden De, bevroren,

normformatie voor de FdA bedraagt m 1988 105 5 fte Die fte s worden de faculteit in geld toegewezen,

gebaseerd op een universiteitsbreed gehanteerde normatieve personeelslast voor WP respectievelijk NWP

en gegeven een, normatieve, verhouding WP/NWP binnen de faculteit Omdat de feitelijke personeelslasten

binnen de FdA achterblijven bij de normatieve, ontstaat er ruimte voor extra formatie in plaats van 105 5

fte kan de faculteit zich ca 109 7 fte veroorloven Daarvan moet dan weer 2 5 fte worden afgedragen m

verband met door andere faculteiten verzorgd bijvakonderwijs zodat uiteindelijk 1072 fte resteert

19 Zo werd Van de Plassche per 1/1/1990 m het kader van het nieuwe programma voor persoonsgerichte

groepssteun door NWO als Pionier aangesteld voor het onderzoek naar zeespiegelbewegmgen Die

aanstelling impliceerde dat op kosten van NWO tevens een aantal promovendi kon worden aangesteld De

VU diende zich daarbij wel bereid te verklaren de betreffende onderzoekslijn op termijn over te nemen een

verplichting die m essentie werd doorgeschoven naar de vakgroep HKL Op basis van het ervaringsfeit dat

soms de baat voor de kost uitgaat nam de FdA/VU Van de Plassche vaste dienst Overigens was Van de

Plassche reeds sinds 1/1/85 aan de VU verbonden op basis van een ZWO Huygens stipendium Ook aan die

aanstelling waren reeds verwachtingspatronen verbonden omtrent een toekomstige vaste aanstelling

Hetzelfde gold met betrekking tot Brummer, die begin 1988 werd aangesteld als Akademie onderzoeker

Het instituut van Akademie onderzoekers was bedoeld om binnen de dichtgeslibde universitaire organisatie

een zekere ruimte te scheppen voor de opname van veelbelovende onderzoekers uit de verloren generatie

De eisen waren echter met absoluut en noch Brummer noch van de Plassche kregen in eerste instantie

uitzicht op een vaste positie

20 Tegenover dit bestuurlijk wantrouwen stond overigens het feit dat de persoonlijke verhoudingen binnen de

sector paleontologie stratigrafie mariene geologie tussen UvA en VU vanaf ca 1980 snel verbeterden

21 Van Hinte ziet het daarbij groot Ook de mariene biologie aan de UvA zou m het samenwerkingsverband

een rol moeten spelen, terwijl aan de VU de oceanografie (opnieuw) tot ontwikkeling zou moeten worden

gebracht

22 Dat tegen deze activiteiten met eerder werd opgetreden hield vooral verband met het feit dat er in de pen

ode 1984 1985, in verband met het vertrek van Schalkwijk en het aantreden van diens opvolger, een zeker

vacuum ontstond m het beheer

23 Daarnaast claimt Utrecht het domein "interactie water gesteenten', dat moeilijk anders dan als een onder

deel van de aan de VU toegewezen hydrogeologie kan worden beschouwd alsmede de bekkenanalyse (een

combinatie van (geofysica,) structurele geologie en stratigrafie paleontologie) die veel eerder voor de

Amsterdamse dan voor de Utrechtse geologie kenmerkend was

24 Van Hinte werd in 1989 benoemd tot lid van de KNAW

25 De functie van lector was per 1/1/1980 geschrapt Voortaan zou het wetenschappelijk topkader uitsluitend

hoogleraren omvatten, hetgeen een promotie van de zittende lectoren met zich meebracht Tegelijkertijd

impliceerde de maatregel dat m de toekomst de beloning van hoogleraren met meer automatisch op het

traditionele niveau {schaal 18 BBA) zou worden gehandhaafd Het streven was er op gericht te bereiken dat

op den duur zo n 70% van de hoogleraren gehonoreerd zou worden op het niveau van schaal 16 (de oude

lectorsschaal) Daarmee werd, in financiële zin, een onderscheid geïntroduceerd tussen A hoogleraren

(schaal 16) en B hoogleraren (schaal 18) Naar buiten toe bleef het verschil tussen A en B hoogleraren veel

al een goed bewaard geheim Binnen de VSF/FdA was het percentage B hoogleraren steeds relatief hoog

Dat hmg samen met de internationale arbeidsmarkt en de noodzaak te concurreren met het bedrijfsleven

26 Medio jaren '70 had er, gezien de snel toenemende behoefte aan C14 dateringen ten behoeve van het

kwartairgeologisch onderzoek aan de VU, overleg plaats gevonden tussen Mook, Wiggers en de auteur over

de mogelijkheden en wenselijkheden om aan de VU te komen tot een eigen dateringsfaciliteit De conclusie

van dat gesprek was dat verdubbeling van faciliteiten en expertise inhoudelijk en economisch ongewenst

was Groningen stelde zich daarbij garant om, middels toevoeging van een aantal extra telbuizen, aan de

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Publicaties VU-geschiedenis | 268 Pagina's

Aardwetenschappen aan de Vrije Universiteit 1960-2001 - pagina 197

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Publicaties VU-geschiedenis | 268 Pagina's