Aardwetenschappen aan de Vrije Universiteit 1960-2001 - pagina 66
Impasse; de VSF trekken een eigen plan
Binnen de kortste keren zit het UvA-VU overleg muurvast In het najaar van 1972 is
dat, ondanks een interventie van de CvB-leden Noorman (UvA) en Van Nes (VU),
nog steeds het geval. Wel is aan elk van de op het gebied van complementaire
samenwerking betrokken vakgroepen van beide universiteiten opgedragen om
taakomschrijvingen op het gebied van onderwijs en onderzoek m samenwerkings-
verband op te stellen Die zullen moeten dienen als basis voor verder overleg op
het niveau van subfaculteiten en CvB's. Het VSF bestuur, geconfronteerd met acute
personeelstekorten die om maatregelen vragen, ziet weinig heil in deze procedure
die alleen maar tot vertragingen kan leiden. In december 1972 spreekt het uit dat
het de principiële mogelijkheid van en bereidheid tot herrangschikking van forma-
tieplaatsen als een essentiële implicatie van de landelijke herstructurering
beschouwt Als daarover rond april 1973 geen helderheid bestaat zal men zich tot
het CvB wenden om andere maatregelen. Ondertussen zullen in het kader van de
interne begrotingsaanvraag 1973 eventueel toegekende formatieplaatsen niet voor
de geologie worden aangewend. Dat wil zeggen het Beleidsorgaan moet over de
brug komen.
Kort daarop besluit het bestuur om prioriteit te geven aan het definiëren van eigen
beleid. De uitkomsten van het overleg over bovengenoemde, door de betrokken
VU- en UvA-groepen op te stellen taakomschrijvingen, zullen met primair richting-
64 gevend zijn. Daarmee is voor wat betreft de condities waaronder men bereid is
mee te werken aan de landelijke herstructurering een knop omgezet In april 1973
constateert het bestuur dat de uitkomst van het voortgaande UvA-VU overleg dui-
delijk maakt dat de UvA geen formatieplaatsen wenst af te staan en dat de VU nu
een eigen politiek zal gaan voeren ten aanzien van het verkrijgen van personeels-
plaatsen. De subfaculteitsraad gaat akkoord. In zijn vergadering van mei 1973
behandelt de Raad uitvoerig een, door Breimer voorbereide, interne beleidsnota
Daarin wordt vastgesteld dat de beleidsvorming primair gegrond moet worden op
de bestaande interne mogelijkheden.Verwachtingspatronen in het kader van het
lopende UvA-VU overleg vormen geen solide basis "de CU claimt de ertsgeologie
en de paleontologie evenzeer als de VU". Belangrijk uitgangspunt vormen de
opvattingen over hoe omgegaan moet worden met de aangekondigde studieduur-
verkorting (Posthumus) De VSF opteren voor het verzorgen van een tweetal alge-
meen georiënteerde 4-jarige opleidingen geologie en fysische geografie
Daarnaast ziet men mogelijkheden voor enkele gespecialiseerde 4-jarige beroeps-
opleidingen (o.a. op het terrein van de hydro(geo)logie), terwijl meer klassieke
5-jarige gespecialiseerde wetenschappelijke opleidingen kunnen worden verzorgd
op de terreinen van de ertskunde, de hydro(geo)logie en de Kwartairgeologie/laag-
landgenese. Consequentie van een en ander is dat gekozen wordt voor de verdere
ontwikkeling - als onderwijs/onderzoek hoofdrichtingen - van de sectoren ertskun-
de, hydro(geo)logie en Kwartairgeologie/laaglandgenese. De paleontologie en de
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 268 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 268 Pagina's