Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 177
De Vrije Universiteit 1880-2005
sen maag en knieën.' Waterinks ethiek was altijd strikt gereformeerd. 'Dat ge verlangt is
goed. Maar het moet verlangen blijven.'3^
Al vroeg is Waterink voor het geven van voorlichting en advies ook gebruik gaan ma-
ken van de pers. Een christelijke universiteit moest het volk dienen33^ en hij gaf zelf het
voorbeeld met boeken als Brieven aan jonge mensen, Moeder en haar man, en Aan moeders
hand tot Jezus, dat in 1962 de twintigste druk beleefde, en vertaald werd in het Engels,
het Duits, het Afrikaans en het Bahasa Indonesia.34 Zijn naam als volksopvoeder blijft
echter vooral verbonden aan het tijdschrift Moeder, dat vanaf de eerste verschijning in
1934 onder zijn leiding heeft gestaan.3s Het blad handhaafde zich tot 1961, en al die ja-
ren schreef Waterink niet alleen de hoofdartikelen, maar ook vele praktische adviezen in
antwoord op vragen van lezeressen. In die adviezen geeft Waterink zowel blijk van een
grote nuchterheid als van een sterk inlevingsvermogen. Als calvinist wist hij dat kinde-
ren in zonde ontvangen en geboren worden. Aan dat bewustzijn danken zijn antwoorden
ten dele hun nuchterheid. 'Het spijt me, maar u zeurt!' Of aan een andere zorgzame
moeder, wier zoontje andere kinderen lastigvalt: 'Hebt u het al eens geprobeerd met een
flinke klets over zijn vingers.''^"^
Maar Waterink is niet de schoolmeester met de plak. Hij wil kinderen en volwassen
mensen begrijpen en te hulp komen omdat hij van ze houdt. Hij treedt dan eigenlijk
minder op als een wetenschappelijk geschoold pedagoog dan als een ervaren dominee
met veel mensenkennis en een groot inlevingsvermogen. Waterink is de grondlegger ge-
weest van de latere faculteit voor psychologie en pedagogiek. Hij heeft die vakken aan-
zien en bekendheid verschaft. Maar een geleerde is hij niet geweest. Waterinks bijdrage
aan de wetenschap is zeer beperkt gebleven. Wel heeft hij als weinig anderen door zijn
werk de betekenis van de Vrije Universiteit duidelijk gemaakt aan het gereformeerde
publiek. Zijn calvinisme was echter steviger gefundeerd dan zijn vakwetenschap. Zijn
opvolgers zouden moeten bewijzen dat die twee met elkaar ook in een harmonisch even-
wicht konden leven.
DE MEDISCHE FACULTEIT
Met de keuze voor wis- en natuurkunde was de uitbouw van de medische faculteit op de
lange baan geschoven. Die beslissing was gemakkelijker rationeel dan emotioneel te ver-
antwoorden. De opleiding van christen-artsen sprak veel sterker tot de verbeelding dan
de vorming van christelijke scheikundeleraren. De Haagse arts G.K. Schoep deed in
1927 een laatste poging, met een reeks artikelen in De Rotterdammer, om de prioriteit van
een huisartsenopleiding te bepleiten^"? en vond veel medestanders onder zijn Rotter-
damse collega's.3^ Samen met Hekman en Michael kreeg hij de gelegenheid zijn zaak
voor directeuren te verdedigen^"?, want zo licht viel het ook de bestuurders niet, een vijf-
tig jaar lang gekoesterd ideaal prijs te geven. Toen zich in 1936 even een kans scheen aan
te bieden, Michael als buitengewoon hoogleraar aan de Vrije Universiteit te verbinden,
CHRISTELIJKE WETENSCHAP. 1926-1955 173
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's
![Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 177](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/publicaties-vu-geschiedenis/een-hoeksteen-in-het-verzuild-bestel-de-vrije-universiteit-1880-2005/2005/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's