GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 40

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 40

De Vrije Universiteit 1880-2005

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

van zijn geest, getuige de uitstekende dissertaties die onder zijn leiding zijn ontstaan.'"'

Wie tot de middelmaat behoorde had wel eens moeite met zijn kritische zin, die niet

schroomde in zijn studenten fouten aan te wijzen, soms 'op vrij forsche wijze'.'^ Het

verhinderde Woltjer niet zijn bemoeienissen met het onderwijs nog verder uit te strek-

ken, niet slechts als bestuurder, maar ook als docent. Toen in Amsterdam een gerefor-

meerd gymnasium tot stand kwam, nam Woltjer daar als rector de leiding op zich. 'Hij

was niet gewoon aan anderen over te laten, wat hij zelf meende te kunnen doen,''"3 ge-

tuigde de rector van de universiteit na Woltjers overlijden. Zijn bijnaam onder de scho-

lieren, 'Jan zonder genade""'*, zou het ergste doen vrezen voor de bruikbaarheid van het

gymnasium als opleidingsschool voor de Vrije Universiteit, want daar kwamen ze deze

man opnieuw tegen, als voornaamste docent in het propedeutisch onderwijs. De prak-

tijk wijst het tegendeel uit. Veel van de beste studenten waren juist door Woltjer zelf op

de universitaire studie voorbereid.'5

Met Woltjers benoeming was men naar aller overtuiging zeer geslaagd. Het volgende

desideratum was een tweede hoogleraar in de rechten. Dat moest Lohman worden'"^,

maar die weigerde en bleef lange tijd weigeren.'7 Pas in 1883 liet hij zich overhalen, en

Lohman voelde zich nu inderdaad geroepen. Toen in 1889 de Kamper hoogleraar Ba-

vinck door de Vrije Universiteit begeerd werd, schreef Lohman hem dat hij eenvoudig

móest komen. 'Immers staat de zaak zoo, dat een bijna onzichtbaar klein hoopje mannen

den strijd heeft aan te binden tegen bijna de geheele wereld, en zulks letterlijk op elk ge-

bied.' Dan mocht niemand zich onttrekken. 'Ieder man bij ons is zijn gewicht in goud

waard. Ieder moet zich beschikbaar stellen,' en Lohman wist waarvan hij sprak, 'omdat

ik deze quaestie practisch durchgemacht heb.''^ Toen wilde hij dus zonder voorbehoud

gerekend worden tot de mannen, die 'het goddelijk karakter van het recht' erkenden, en

dus van zins, 'rechtsgeleerden en staatslieden te vormen, wien de vreeze des Heeren het

beginsel der wijsheid is'"^, zoals de secretaris van de Vereeniging het uitdrukte.

Toch worstelden in Lohmans binnenste twee zielen met elkaar, waarvan slechts één

de Vrije Universiteit was toegedaan. De andere had duidelijk de overhand, toen Loh-

man ini 891 na een kortstondig ministerschap het onderwijs hervatte. Het was voor hem

toch wel een teleurstelling, terug te moeten keren in een betrekking waarvoor 'ieder in

Den Haag de neus optrekt'."" Geen enkele vreugde nu, dat hij de verheven taak van

medestrijder andermaal op zich mocht nemen. Na zijn ontslag in 1896 zou hij zijn geloof

in christelijk hoger onderwijs verliezen. Wat deert het de student college te lopen bij een

hoogleraar die er andere opvattingen op na houdt dan hijzelf? 'Wie naar de universiteit

gaat om eenige wijsheid op te doen die hij later kan napraten, doet beter met thuis te blij-

ven."" Toen hij dat schreef, in 1903, koesterde hij een gerechtvaardigde wrok tegen de

Vrije Universiteit. Innerlijke onzekerheid over het bestaansrecht van deze instelling

moet hij toch eerder al gevoeld hebben.

Tegenover de winst van twee nieuw benoemden kwam in 1885 één verliespost te

staan door het vrijwillig vertrek van Dilloo. Hovy had niet ten onrechte gewaarschuwd:

36 EEN HOEKSTEEN IN HETVERZUILD BESTEL

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's

Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 40

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's