Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 404

bijvoorbeeld psychologie of sociologie, óf hij praat over dingen waar hij geen verstand

van heeft.'345 Zo omschreef hij zijn vak in 1985. Later aanvaardde hij een benoeming aan

de Vrije Universiteit om daar die boodschap uit te dragen. Het gezicht van de theologi-

sche faculteit was veranderd, stelde de bevindelijk gereformeerde biochemicus A. van

Nieuw Amerongen met voldoening vast. Talstra, W. Balke en Van de Beek waren 'alle-

maal mensen uit de orthodoxe hoek, die niets moeten hebben van de afbraaktheologie

zoals die hier in het verleden werd gedoceerd'.3'*''

Voor ander engagement bleef plaats. In het kader van de feministische theologie

bracht de Afrikaanse M.A. Odudoye haar evangelie van de vrouwelijke waardigheid, ge-

bouwd op twee peilers: 'the Holy Scriptures and Life, that is all that is the world that God

created and that which derives from human culture',3*' zoals zij het uitdrukte in haar niet

gemakkelijk te volgen Engels. De Amerikaanse Julie M. Hopkins kwam enige tijd langs

met haar feministische incarnatieleer, 'waarachtig God en waarachtig vrouw'.^4** Langs

welke weg kan wetenschap dat ontdekken.? De huidige universitaire hoofddocent dr.

G.F.M. Trocht is als Belgische de derde buitenlandse geleerde, die de plant van de femi-

nistische theologie tracht te doen gedijen op Nederlandse bodem.

De ontwikkeling van dat speciale vak hing samen met de introductie van de zoge-

naamde vrouwenstudies, in 1981. De wens kwam op uit de universiteitsraad, maar wek-

te weinig enthousiasme bij het College van Bestuur. Het vreesde dat de raad door het

instellen van een afzonderlijke pool voor vrouwenstudies oneigenlijk gebruik van zijn

budgetrecht zou maken. Het college wilde wel overwegen enkele plaatsen in de Beleids-

ruimte Onderzoek ter beschikking te stellen, 'omdat daardoor een garantie wordt ver-

kregen voor de wetenschappelijke kwaliteit'.349 Alle aanvragen voor de BRO werden na-

melijk getoetst door een commissie van hoogleraren, die zeer kritisch moest zijn

vanwege de grote concurrentie ook tussen hoogwaardige aanvragen.

Wat het college zo voorzichtig maakte, was precies het engagement waarmee vrou-

wenstudies werden ondernomen. 'Vrouwenstudies', zo luidde een in 1982 opgestelde

definitie, 'zijn een wetenschapsterrein dat gericht is op het verwerven van kennis en in-

zicht in de positie en ervaringen van vrouwen, met het doel een bijdrage te leveren aan

het scheppen van voorwaarden voor het opheffen van de machtsongelijkheid tussen

vrouwen en mannen en de daarmee samenhangende maatschappelijke verhoudin-

gen'.35 In de gerichtheid op dat doel lag het bijzondere kenmerk van dit soort onder-

zoek. Zeer veel wetenschappen, met name in de alfa- en gammasector, kunnen vanuit

hun eigen discipline onderzoek doen naar posities en ervaringen van vrouwen in heden

en verleden. Daarvoor hoefde geen nieuw vak te worden ingesteld. Het was dat speciale

doel, dat het verschil maakte. Strikt genomen zou dan onderzoek naar de positie van

vrouwen als mislukt aangemerkt moeten worden, als het niets bijdroeg aan opheffing

van de machtsongelijkheid. Het ging immers niet om wetenschap zonder meer, maar om

geëngageerde wetenschap. Dat was niet het soort onderzoek, dat het College van Be-

stuur nadrukkelijk wenste te bevorderen.

400 EEN HOEKSTEEN IN HET VERZUILD BESTEL

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen