Aardwetenschappen aan de Vrije Universiteit 1960-2001 - pagina 128
Een belangrijke structurele verandering die zich voordeed had te maken met het
feit dat het aan de bestaande VSF toegevoegde volume betrekkmg had op slechts
enkele van de oorspronkelijk aanwezige sectoren. De paleontologie-stratigrafie
groepering, die tevens de mariene geologie omvatte, nam niet onaanzienlijk in
omvang toe. Bij EPM was er eveneens sprake van, meer beperkte, groei. En daar-
naast deed een qua omvang niet onaanzienlijke groep structurele geologie zijn
Intrede. Daartegenover stagneerde de groei (deels was er als gevolg van afnemen-
de studentenaantallen en bezuinigingseffecten zelfs sprake van enige reductie) bij
de groepen hydro(geo)logie, kwartairgeologie-laaglandgenese en meteorologie. De
bijgaande tabel illustreert de omvangrijke verschuivingen die zich binnen enkele
jaren voordeden. Binnen de VSF was het evenwicht duidelijk in geologische richting
verschoven. Die situatie zou bestendigen en na de overname van het NWO-
Laboratorium voor Isotopen-geologie in 1990 (zie hoofdstuk 4) nog verder geac-
centueerd worden. Aanvankelijk leidde de veranderde situatie tot een zekere ver-
vreemding tussen de, versterkte, zuiver geologische groepen enerzijds en de,
althans relatief, verzwakte groepen van gemengd geologisch-fysisch-geografische
signatuur anderzijds. Daarbij speelden tegenstellingen tussen oorspronkelijke VU-
medewerkers en ex-UvA collega's overigens niet of nauwelijks een rol. Veel meer
was het zo dat, met de toegenomen sterkte aan geologische zijde, de oorspronke-
lijk binnen de VSF als vanzelfsprekend ervaren noodzaak tot onderlinge solidariteit
126 tussen geologie en fysische geografie minder pregnant beleefd werd. In de loop
van de jaren '90 nam de wederzijdse herkenning, mede onder invloed van externe
factoren, overigens weer toe. Tot op zekere hoogte zou men ook de ondergang,
rond de eeuwwisseling, van de vakgroep meteorologie (zie hoofdstuk 5) kunnen
beschouwen als een uitgestelde consequentie van de verandering in oriƫntatie die
VSF vanaf 1985 ondergingen. Naar hoe alles verlopen zou zijn als met de geologie
ook de fysische geografie van de UvA naar de VU zou zijn overgekomen kan men
slechts gissen.
Tabel. Personele situatie van de VSF cjirect voor en na de samenvoeging met de subfaculteit Geologie en
Geofysica van de UvA
Personeel 1' qeldstroom (fte) 1984 1986
EPM 7.1 9.8
Paleontoloqie-Stratiqrafie 8.6 12.85
Structurele Geologie 9.0
Subtotaal 15.7 31.65
Hvdro(qeo)loqie 10.3 10.0
Kwartairqeol.- Laaqlandqenese 13.1 10.0
Meteoroloqie 3.3 3.6
Subtotaal 26.7 23.6
Nader te verdelen WP 6.2
Totaal qeneraal WP 42.4 61.45
NWP 33.5 48.4
TOTAAL GENERAAL 7S.9 T 09.85*
* Een deel van dit totaal was voorlopig nog niet lijfelijk binnen de VSF aanwezig, maar functioneerde ten behoe-
ve van de resterende talien van het Geologisch Instituut van de UvA.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 268 Pagina's
![Aardwetenschappen aan de Vrije Universiteit 1960-2001 - pagina 128](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/publicaties-vu-geschiedenis/aardwetenschappen-aan-de-vrije-universiteit-1960-2001/2005/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 268 Pagina's