Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 273
De Vrije Universiteit 1880-2005
gesprek dat curatoren eveneens in 1967 hadden met enkele hoogleraren van de subfacul-
teit psychologie, over de confessionele loyaliteit van de wetenschappelijke staf. Meynen
gaf hun te kennen dat de relevantie van Gods Woord voor eigen werk aan ieder duidelijk
moest zijn. Wie dat niet zag kon beter vertrekken. C. Sanders antwoordde 'dat in de
psychologie jonge mensen worden geconfronteerd met heel andere dingen dan zij thuis
gewend zijn geweest. Zij zijn daar zeer mee bezig. Het stellen van deze specifieke vragen
is dan vaak een tegen de haren instrijken'.^^6 Of hij daarmee de positie van bijvoorbeeld
Marijke Howeler correct weergaf blijft de vraag. Maar langs hun eigen wegen kwamen
ze wel beide op hetzelfde punt uit. Van Nes hield nog in 1971 vol dat de curatoren dui-
delijke richtlijnen hanteerden. Maar, erkende hij, 'wat ontbreekt is een goede follow
up'.^37 Dat gebrek zou niet meer verholpen worden.
DE COMMISSIES-MEYNEN EN -KRUYSWIJK
De aandrang tot verandering ging dus niet uit van de besturende colleges. Het was veel-
eer de senaat, die de voortrekkersrol speelde. Het ideaal van een christelijke wetenschap
leefde slechts bij een kleine minderheid, met name bij de aanhangers van de wijsbegeer-
te der wetsidee. De grote meerderheid had het al lang verlaten. Op het senaatscongres
van 1968 constateerden Lever en De Gaay Fortman 'dat de vroeger gekoesterde idealen
van een specifieke christianisering van de wetenschap of van het ontwerpen van een
aparte christelijke wetenschap met een sterk isolerend karakter de huidige generaties van
docenten, stafleden en studenten niet of vrijwel niet meer aanspreken'.^3» De vraag of die
oude opvatting wellicht toch juist was hoefde dan niet gesteld te worden. Als niemand
bereid was ermee te werken had ze haar tijd gehad. Het bijzondere van de Vrije Univer-
siteit, zoals men het nu zag, lag niet in de beoefening van een christelijke wetenschap,
maar in 'de beoefening van de wetenschap in een gemeenschap van christenen'.^39
Een gemeenschap van christenen, niet van gereformeerden. De Vrije Universiteit
weerspiegelde de nieuwe oecumenische geest in de gereformeerde kerken, en ze werd
bovendien als gevolg van de sterke groei voortdurend genoodzaakt nieuwe docenten aan
te trekken uit een bredere kring. Die groei is belangrijk, en ze zal dat steeds meer wor-
den. Maar bepalend voor het streven van de Vrije Universiteit als zodanig is ze niet.
Daarvoor zijn de veranderingen binnen de gereformeerde kerken van veel groter beteke-
nis. Er is een eerdere periode in de geschiedenis van de Vrije Universiteit geweest, waar-
in twee richtingen met elkaar om de voorrang streden. Omstreeks 1920 stond een meer-
derheid van conservatieven tegenover een minderheid van vooruitstrevenden. De
progressie is toen vastgelopen, en de hoogleraren die haar droegen hebben de univer-
siteit verlaten. Die geschiedenis heeft zich dertig tot veertig jaar later niet herhaald. De
progressieve groep was toen veel sterker, ten eerste omdat ze breed gedragen werd in de
kerk en in de Anti-Revolutionaire Partij, en ten tweede omdat ze zich al vanaf de jaren
dertig binnen de Vrije Universiteit had gevormd. De critici van de jaren twintig hadden
DIENENDE WETENSCHAP 19551968 269
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's
![Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 273](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/publicaties-vu-geschiedenis/een-hoeksteen-in-het-verzuild-bestel-de-vrije-universiteit-1880-2005/2005/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's