GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 161

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 161

De Vrije Universiteit 1880-2005

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

president het kerknieuws volgen, en vond dat Kamper kandidaten gemakkelijker beroe-

pen werden.'^7 Oude bezwaren herleefden: Kampen had een aparte leerstoel voor de

ambtelijke vakken en bereidde dus beter voor op de praktijk'^'', en nieuwe bezwaren

kwamen op. Waren de eisen voor dogmatiek niet veel te hoog?'*^ Wat men niet over-

woog, was dat er van de theologische faculteit weinig uitging.'7 De exegeten bleven wel

hun commentaren schrijven voor pastorie en gemeente. Hun werk was nuttig en belang-

rijk, maar er ging geen vernieuwende kracht van uit. Bavinck had in 1919 vol overtuiging

voorspeld aan de deputaten van de gereformeerde kerken: 'ga over 25 jaar eens na, wie de

theologische wetenschap beoefenen en verder brengen' - dat zullen de Amsterdammers

zijn!"'" Maar de enige spraakmakende gereformeerde theoloog van de jaren dertig was de

in Kampen opgeleide K. Schilder, sinds 1934 aan die hogeschool verbonden. Schilders

naam kon trekken. Daarbij vergeleken was Amsterdam wat saai en traditioneel.

Niettemin blijft de eigenaardige paradox overeind dat het gewicht van de theologi-

sche faculteit aan de Vrije Universiteit daalde, maar in de gereformeerde kerken steeg.

Haar hoogleraren waren steeds als preadviseurs aanwezig op de generale synode, zodat

de faculteit in 1939, naar het woord van rector Koksma, haar operatiebasis tijdelijk naar

Sneek had verlegd.'^^ Er is zelden een tijd geweest waarin het kerkelijk leven zo sterk van

bovenaf werd beïnvloed en geleid, en daar konden de hoogleraren hun geleerdheid en er-

varing volledig tot gelding brengen. De wetenschap kwam hun daarbij te hulp. H.H.

Kuypers promovendus M. Bouwman had in zijn dissertatie van 1937 betoogd dat naar

gereformeerd kerkrecht het hoogste gezag bij de synode berustte.''3 Het doleantiekerk-

recht van Rutgers met zijn zware accent op de plaatselijke gemeente had afgedaan, het

zogenaamde nieuwe kerkrecht van synodale machtsvolkomenheid kreeg de overhand.

De gevolgen zouden ook aan de Vrije Universiteit niet voorbijgaan.

In deze faculteit bleef het overwicht berusten bij de oude garde, al traden er drie nieu-

we hoogleraren aan. D. Nauta, in 1936 in H.H. Kuypers plaats getreden, was niet het ty-

pe van de innovator, en bleef zichzelf zijn leven lang gelijk. Hij zocht geen grote dingen,

maar was tevreden met precisering van het kleine. 'Geen forse streek, geen brede opzet,

doch een vaak schier benepen belangstelling voor het schijnbaar onbenullige kenmerkt

zijn werk,' zo heet het in 1956 in een satire op de theologische faculteit.''+ Dat strenge

oordeel doet hem tekort. Nauta zag wel dat grote en brede, maar wist zich sterker in het

detail, en hij was er nog minder de man naar, oude waarden ter discussie te stellen. Doe-

de Nauta, schreef zijn jaargenoot Buskes in i960, is altijd Doede gebleven. 'Tussen zijn

studentenleven en zijn verdere kerkelijke loopbaan is geen breuk, zoals dat bij vele ande-

ren wel het geval is.'''5 Nauta heeft een hoge leeftijd bereikt. Maar wat hij als aankomend

student in 1916 als waarheid erkend had heeft hij nooit prijsgegeven.

Een oude wens ging in vervulling toen J.H. Bavinck in 1939 aantrad als hoogleraar

voor de zendingswetenschappen. Al veel eerder was gesproken over W.G. Harrenstein,

en in 1930 werd H.A. van Andel benaderd'^^, voor een dubbelbenoeming in Amsterdam

en Kampen, zoals ook Bavinck ten deel viel. Als docent was deze tweede Bavinck het

CHRISTELIJKE WETENSCHAP 1926-1955 157

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's

Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 161

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's