Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 405

Ondanks die reserves kwam er toch een pool vrouwenstudies tot stand, die geduren-

de een periode van vier jaar zou bestaan uit vijf arbeidsplaatsen.35" Er kwamen twintig

aanvragen binnen. Vijf projecten, die samen beslag zouden leggen op 3.5 personeels-

plaatsen, werden door een selectiecommissie ex aequo bovenaan gezet: feministische

theologie; vrouw/patiënt en man/huisarts; voorbereiding van vrouwenstudies aan de

bètafaculteiten; vrouwenstudies bij politicologie; vrouwen, werk en welzijn bij pedago-

gische en andragogische wetenschappen. Dan volgden geschiedenis, sociale geografie en

niet-westerse sociologie.^s^ Bij de selectie van de aan te stellen medewerksters deed zich

wel een probleem voor dat specifiek was voor de Vrije Universiteit: het bleek niet zo ge-

makkelijk onder de sollicitanten instemmers te vinden. Dat kon de vraag doen rijzen, of

vrouwenstudies verenigbaar waren met wetenschapsbeoefening op basis van de grond-

slag van de universiteit. Doch daar hebben, dunkt mij, de benoemingscommissies zich

het hoofd niet over gebroken.

Niet specifiek voor de Vrije Universiteit, maar wel voor de vrouwenstudies in deze

periode van hun bestaan, was de armoede aan resultaten. Het nieuwe vak genoot veel be-

langstelling, zodat de onderwijsdruk zwaar was. Daardoor bleef er weinig tijd voor

onderzoek over, terwijl de medewerksters daar juist extra veel aandacht aan zouden

moeten geven, omdat het hun gewoonlijk nog aan behoorlijke ervaring ontbrak. Een

evaluatie in 1984 wees dan ook uit, dat de pool van wezenlijke betekenis was geweest

voor het op gang brengen van onderwijs en onderzoek, maar dat de oogst aan onder-

zoeksresultaten bij de verwachting was achtergebleven.353 En nog in 1994 stelde een be-

zuinigingscommissie van de faculteit voor sociaal-culturele wetenschappen voor, het

vak vrouwenstudies af te schaffen, al is dat uiteindelijk niet doorgegaan354. Toen waren

de vrouwenstudies aan de Vrije Universiteit al volwassen geworden met de benoeming

van de sociologe Jeanne de Bruijn tot hoogleraar vrouwenstudies in 1990.355 Landelijk

gezien is de feministische lading van dit type onderzoek sterk afgenomen. Tegenwoor-

dig, zegt Romaike Zuidema van de Universiteit van Amsterdam, 'is het een serieus we-

tenschappelijk vak met als centrale vraag hoe maatschappij en cultuur de sekse-identiteit

bepalen'.356

Polemologie was een al wat oudere loot aan de stam van de geëngageerde wetenschap-

pen. Door de Groninger jurist B.V.A. Röling tot ontwikkeling gebracht, kreeg ze om-

streeks 1970 ook aandacht aan de Vrije Universiteit. Uit een informeel praatgezelschap

kwam in 1973 de werkgroep polemologie voort, die vervolgens binnen een jaar een zeer

ambitieus onderzoeksplan opstelde voor de humanisering van het leven op aarde. Maar

hoewel in de groep niet minder dan zes faculteiten samenwerkten, was geen van hen be-

reid onderzoekstijd beschikbaar te stellen.357 Na 1980 echter kreeg polemologie de wind

in de zeilen. In het politieke debat van de jaren tachtig stond het vraagstuk van de kern-

bewapening hoog op de agenda. Er heerste een schier apocalyptische angt voor een nu-

cleaire oorlog, die alleen dan afwendbaar scheen, als Nederland besloot opslag en ge-

bruik van kernwapens radicaal af te wijzen.

PRIVATiSERINC VAN GELOOF 1980-2005 401

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen