Aardwetenschappen aan de Vrije Universiteit 1960-2001 - pagina 176
goed Daarop selecteerde een UHD-benoemingscommissie" de kandidaten voor de
verschillende functionele alsmede voor een aantal persoonlijke posities en plaatste
deze m volgorde van prioriteit. In januari 1986 ging het CvB, uitgaande van onder-
bezetting van het ordinariaat in de hydrogeologie en geografische hydrologie, tot
11 posities akkoord met de benoemingsvoordracht. Tot UHD werden benoemd
Appelo, Boekschoten (persoonlijk), Van Harten, Jongsma, Maaskant, Rondeel,
Vandenberghe, de Vries, Vugts en Westra (persoonlijk), eén positie bleef onvervuld.
Enkele medewerkers ontvingen van het CvB bericht dat zij weliswaar voorgedragen
waren maar dat zij gezien de aangegeven prioriteiten en het beschikbare aantal
posities met voor benoeming in aanmerking konden komen. Niet veel later werd
Fortuin, op persoonlijke titel, alsnog tot UHD benoemd.
In het najaar van 1985 kwam ook de benoeming van Mook opnieuw aan de orde.
Er werd een benoemingscommissie (Roeleveld, Simmers, Canssen, adviseur Priem)
ingesteld voor een extraordinariaat "Toepassing van natuurlijke isotopen in de exo-
gene aardwetenschappen". De nogal gecompliceerde omschrijving beoogde om via
"exogeen" een grens te trekken met het werk van het ZWO-laboratorium voor Isoto-
pengeologie, terwijl "natuurlijk" aangaf dat er geen ambities bestonden die zouden
kunnen interfereren met de belangen van de subfaculteiten Scheikunde of Natuur-
kunde. Per 1 mei 1986 wordt de benoeming van Mook (voor 0.1 van de werktijd)
gerealiseerd.
i''4 Ook m oktober 1985 wordt, nadat definitief is vastgesteld dat de door de UvA
beoogde opvolger van Egeler op de leerstoel tektoniek door de VU met benoemd
zal worden (zie hoofdstuk 3), de benoemingsprocedure voor een hoogleraar tekto-
niek opnieuw aangevangen. De benoemingscommissie bestaat uit Biermann, Van
Hinte, Rondeel, Schlager en Touret, als adviseurs treden op Murris (Shell) en Zwart
(Utrecht). In oktober 1986 komt de commissie met haar rapport. Er wordt een
tweetal kandidaten voorgedragen, die als onderling vrijwel gelijkwaardig worden
beoordeeld. Beiden zullen uiteindelijk echter afzien van een benoeming. Na een
voortgezette procedure wordt per 1 september 1988 Cloetmgh benoemd.
In de loop van 1985 wordt duidelijk dat Vandenberghe, inmiddels hoofdmedewer-
ker bij de vakgroep HKL, een serieuze kandidaat is voor de opvolging van
Zonneveld als hoogleraar in de fysische geografie in Utrecht. Vakgroep en sub-
faculteit hechten er zeer aan Vandenberghe te behouden en ook persoonlijk zou
Vandenberghe zijn loopbaan graag aan de VU willen voortzetten. Na overleg met
het CvB wordt vanwege het Vrije Universiteitsfonds een bijzondere leerstoel in de
"Pleistocene geologie en -morfologie" i n g e s t e l d " Per 1 september 1987 volgt de
benoeming van Vandenberghe tot bijzonder hoogleraar.
In 1988 wordt het Hoogleraren- en UHD-plan van de faculteit geactualiseerd.
Directe aanleiding daarvoor zijn de herbezettingsvoornemens naar aanleiding van
het komende emeritaat (1989) van de buitengewoon hoogleraren Van der Hammen
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 268 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 268 Pagina's