Voor bepaalde tijd. Lustrumboekje Faculteit der Letteren 2005 - pagina 55

Wat Du Perron en Ter ïraak ervan zouden vinden

dere broer die de weg wist en ook in welke buurten je niét mocht

wonen - in Amsterdam woonden meer slechte mensen dan bij ons

- een kamer. De vijfde kamer die we bekeken leek goed genoeg, al

was die dan niet in het centrum.

Een van de verbanden waaraan je als student deel had, was dat

van het jaar waarin je zat binnen je opleiding (tot in de jaren

tachtig heette dat studierichting). In de praktijk hoorden daar ook

de studenten bij van de jaren direct om dat van j o u heen, want je

volgde met een paar jaren tegelijk dezelfde colleges. Eerstejaars

vielen bij hun eerste college zo soms pardoes middenin het geval

van belang waarin de professor was blijven steken toen het zomer

werd. Het Onderwijs Advies Bureau, waaraan wij de laatste decen-

nia zoveel nieuwe studeerbaarheid te danken hebben, zal het op

dit punt misschien niet met mij eens kunnen zijn, maar ik heb dat

altijd een heilzame methode gevonden, al was het denk ik niet als

zodanig geconcipieerd. Ze maakte je als het ware gereed voor de

sprong.

Maar erg belangrijk was, in mijn ervaring dan, het contact met je

directe medestudenten niet. De voornaamste inzet ervan was het

lenen van dictaten van gemiste colleges en het opdoen of doorge-

ven van kennis over wat er gevraagd werd bij een tentamen en wat E. du Perron.

je net zo goed ongelezen kon laten. (Het fenomeen werkgroep,

dat een beroep deed op een veel inhoudelijker contact tussen de

studenten, deed pas laat in mijn studie zijn intrede, bij de komst

van mevrouw Schenkeveld.) Veel studenten waren toen nog lid van

het studentencorps of een andere vereniging, en de verbanden en

hiërarchieën die daarop waren gebaseerd, waren over het alge-

meen veel sterker dan die tussen de studiegenoten. Venijniger ook,

er werkten in die verbanden tussen studiegenoten bijna onbewust

allerlei voorkeurs- en uitsluitingsmechanismen door die afkomstig

waren uit dat buiten de studie staande verenigingsleven, en dat

verenigingsleven, in elk geval het corps, was weer verdeeld in al-

lerlei facties die deels gefundeerd waren op een soms hoogmoedig

clandenken dat zelf weinig fundament had. Het overgrote deel van

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen