Aardwetenschappen aan de Vrije Universiteit 1960-2001 - pagina 181

op basis van op het hoogste niveau vast te stellen directieven Gepleit wordt,

opnieuw, voor het maken van keuzes en betoogd wordt dat de VU in de TVC ope

ratie de facto reeds gekozen heeft voor de aardwetenschappen en daarin conse

quent dient te zijn Opmerkelijk, zeker m het licht van latere ontwikkelingen

(vergelijk hoofdstuk 5), is dat de VSF aangeven dat een volstrekt onafhankelijke

positie voor de aardwetenschappen daarbij geen exclusief uitgangspunt is Onze

voorkeur zou er zelfs naar uitgaan om op basis van verregaande samenwerking

met vakgroepen uit de subfaculteit Biologie (o a de oecologie) en nauwere relaties

met het Instituut voor Milieuvraagstukken tot een landelijk herkenbaar zwaarte

punt 'aarde , levens en milieuwetenschappen', met een eigen facultaire status, te

komen Zou een dergelijke structuur echter praktisch niet haalbaar zijn, zo

wordt vervolgd, dan zijn er voldoende dwingende redenen om tot de vorming van

een zelfstandige Faculteit Aardwetenschappen over te gaan

In een notititie aan de Universiteitsraad dd 19 maart 1987 maakt het CvB zijn

besluit kenbaar Met ingang van 1 september 1989 zullen ingesteld worden een

Faculteit der Wiskunde en Informatica en een Faculteit der Natuurwetenschappen

In de periode 1 september 1987 - 1 september 1989 zullen, tijdelijk, vier zelfstan

dige faculteiten Natuurkunde en Sterrenkunde, Scheikunde, Biologie en Geologie

Fysische Geografie bestaan Een kleine opening voor een andere indeling wordt

geboden, mits die aan alle veronderstelde voordelen van de beoogde Faculteit der

Natuurwetenschappen tegemoet kan komen De VSF verzetten zich opnieuw tegen i79

de positiebepaling van CvB en UR en stellen dat het College met in redelijkheid tot

zijn besluit tot instelling van een Faculteit der Natuurwetenschappen heeft kunnen

komen Voorlopig is er niettemin tijd gewonnen Bovendien bewilligt het College in

een aanpassing van de naamgeving vanaf 1 september 1987 gaan de Verenigde

Subfaculteiten der Geologie en der Fysische Geografie (VSF) over in de

Faculteit der Aardwetenschappen (FdA)

Vanaf het najaar van 1987 vindt er voortgezet overleg plaats, tussen de decanen

van de nieuw gevormde natuurwetenschappelijke faculteiten onderling en met het

CvB In het vroege voorjaar van 1988 wordt bij dat overleg een externe adviseur

betrokken, de heer Otto van het adviesbureau GITP Er worden stuurgroepen inge

steld om de mogelijkheden voor de opzet van een beheersorganisatie en een geza

menlijk ruimtebeleid te bezien Formeel gaat het CvB daarbij nog steeds uit van de

toekomstige vorming van een natuurwetenschappelijke faculteit Het heeft er alle

schijn van dat het met name de invloed van de externe adviseur is die het College

uiteindelijk op andere gedachten brengt Dat er daarbij sprake is geweest van een

zich ontwikkelend begrip voor de argumenten vanuit de sector natuurwetenschap

pen lijkt twijfelachtig, eerder zal de pragmatische overweging dat het met kwaad-

willende honden slecht hazen vangen is de doorslag hebben gegeven Op 31

augustus 1988 zegt het College toe dat het de UR zal voorstellen terug te komen

op de voorgenomen vorming van een natuurwetenschappelijke faculteit Aan die

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen