Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 333
De Vrije Universiteit 1880-2005
meende niet anders te kunnen, omdat 'de algemene vergadering niet meer geacht kon
worden een reële representatie te zijn van het ledental van onze vereniging'.3"
En toch ook wel, mogen we erbij zeggen, omdat juist de trouw verschijnende leden
anders dachten en anders wilden dan de universiteitsbestuurders. Van Nes, die toch be-
paald niet vreemd was aan de gereformeerde traditie, ontkende in 1977 dat de Vrije Uni-
versiteit haar bestaansrecht grondde 'op een sociologisch gekwalificeerde geloofsver-
bondenheid met een deel van het Nederlandse volk; als dat zo was, als alleen de band met
hen die in 't geloof eensgezind zijn het bestaan van de Vrije Universiteit zou moeten
rechtvaardigen, dan zou de universiteit al spoedig tot een stuk folklore worden in onze
samenleving.'3'^ Van Nes wilde van de spanning tussen leiding en achterban geen pro-
bleem maken. Het ging immers om een ontwikkeling die zich ook afspeelde in de kerken
en in de politiek, gezien het ontstaan van het CDA. Daarom hoefde de universiteit niet
naar eigen oplossingen te zoeken.3'3
Enkele jaren eerder was dat nog wel geprobeerd. Van Nes had zelfde buitengewone
vergadering in Utrecht belegd, waar verenigingsleden en studentenactivisten in 1970
met elkaar in gesprek gegaan waren. Kort daarna, in 1972, was de propagandafolder ver-
schenen: 'Een vu-vereniging juist nu', geschreven door het hoofd van de afdeling lande-
lijke organisatie, H. Rudolphi. Hij ontkende dat bij de leden ernstige bezwaren leefden
tegen de koers van de Vrije Universiteit. Het ging eerder om misverstanden. De mensen
moesten leren inzien dat allerlei gedragingen van studenten niet voor rekening van de
universiteit kwamen, en begrijpen dat door bepaalde docenten ontwikkelde visies slechts
dienden om discussie op te roepen.3'4 Realistischer was mevrouw Van Leeuwen, die in
de bestuursvergadering erkende dat propagandisten geen gemakkelijke taak hadden.
'Benoemingen van bepaalde hoogleraren en het theologisch denken aan de Vrije Univer-
siteit zijn dikwijls onverteerbare zaken', juist voor de trouwste vrienden. De afstand was
naar zij vreesde zo groot geworden, dat het nu onmogelijk was 'met deze mensen op hun
golflengte te spreken'.3'5
Het is ook niet goed te zien wat een gesprek had kunnen opleveren. De wederzijdse
standpunten waren bekend en naar hun aard niet met elkaar te verzoenen. Schriftonder-
zoek, zeiden de verontruste vu-vrienden, moet beginnen met onderwerping aan het
Woord in volstrekte gehoorzaamheid, en zich niet laten beheersen door het hoogmoedi-
ge verstand.3'^ Kuyper en Bavinck verwierpen het moderne bijbelonderzoek, zeiden de
vu-theologen. Daardoor verwaarloosden zij de exegese en vervielen in regelrecht ge-
knoei met de feiten.3'7 Tussen die twee uitersten ligt geen gulden middenweg. Schip-
pers prees zich gelukkig dat er nu een einde kwam aan in wezen negentiende-eeuwse
discussies over evolutie en historiciteit.3'^ Volgens Klapwijk echter liepen juist de voor-
uitstrevende theologen in een oude valstrik, door aan het geloof een redelijke basis te wil-
len geven.3'9 Binnen de godgeleerde faculteit stuitte de omgang tussen progressieven en
conservatieven op soortgelijke blokkades. Bram KJOI, die tot ver over de grenzen bekend
zou worden als bevlogen evangelieprediker en auteur van een reeks boeken over ge-
m DE SCHADUW VAN MARX 1969-1980 329
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's