Aardwetenschappen aan de Vrije Universiteit 1960-2001 - pagina 225
een Delftse (het Centrum voor Toegepaste Ceowetenschappen CTG). Men kan er
over twisten of dat een wenselijke constellatie is, historisch is zij m elk geval goed
verklaarbaar.
In de tweede helft van de jaren '90 besluit het departement dat m het kader van
een zogenaamde "dieptestrategie" aan de instellingen te onttrekken onderzoeks-
middelen onder regie van NWO zullen worden ingezet ten behoeve van een
beperkt aantal op kwaliteitsoverwegingen te selecteren superieure onderzoekscon-
centraties "toponderzoeksscholen" Daarnaast is er sprake van een "breedtestrate-
gie" die eveneens tot een landelijk geregisseerde herverdeling van middelen zou
moeten leiden. De gedachtengang bij een en ander is dat nationaal een kwalitatief
optimale inzet van onderzoeksmiddelen gefnuikt wordt door lokale instellings-
belangen. Het IS duidelijk dat de exercitie door de instellingen allerminst met
gejuich begroet wordt Uiteindelijk weten deze de breedtestrategie m eigen hand
te houden. Maar aan implementatie van de dieptestrategie valt met te ontkomen
NSC, de Vening Meinesz school en CTG besluiten om, met inzet van het topseg-
ment uit de drie scholen, in dat laatste kader de handen meen te slaan Het is met
zonder ambivalentie dat de Vrije Universiteit de ambities van NSC en FdA om teza-
men met de Utrecht en Delft te komen tot een toponderzoeksschool op het terrein
van "Integrated Solid Earth Science" (ISES) ondersteunt. Maar in elk geval kan de
verfoeide reductie van onderzoeksmiddelen op deze wijze althans enigszins 223
gecompenseerd worden. En van belang is ook dat de FdA- vertegenwoordigers m
het beoogde samenwerkingsverband hun partners er van weten te overtuigen dat,
vooral op strategische gronden, het penvoerderschap van ISES bij de VU zou moe-
ten berusten. In de voorzomer van 1998 wordt, na een zware beoordelingsproce-
dure en mede dankzij de niet aflatende inzet van m het bijzonder Andriessen en
Cloetingh, het ISES- initiatief gehonoreerd. Voor de aardwetenschappen in Neder-
land, die daarmee deel zullen uitmaken van het selecte gezelschap van tien top-
onderzoeksscholen een, ook psychologisch, belangrijk keerpunt. De discipline
heeft zich, na een langdurige periode van verval en van onderlinge tegenstellingen
teruggevochten in de top van de Nederlandse wetenschapsbeoefening. Vanuit het
oogpunt van de Vrije Universiteit een mixed blessing, die zich met name uit m een
moeizame discussie met de FdA over de omvang van de centrale overhead rond
de ISES-gelden Maar ook binnen de faculteit zelf zijn de gevoelens niet onverdeeld
juichend. Zelfs binnen de NSC gelederen zijn protesten te beluisteren tegen de top-
down benadering die in de voorbereidingsprocedure gevolgd is. En dreigt met dit
succes geen marginalisering van al diegenen binnen de faculteit die niet bij ISES,
of althans bij NSC, betrokken zijn? Dreigt zelfs de positie van de faculteit als zoda-
nig niet ondergeschikt te raken aan die van ISES NSC' Dat het succes van ISES en
van NSC, naast alle marketingelementen, in de allereerste plaats op een solide
inhoudelijke basis en vervolgens op een goed gevoerde strategie berust, wordt
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 268 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 268 Pagina's