Aardwetenschappen aan de Vrije Universiteit 1960-2001 - pagina 165
gratie van het hydrologisch onderzoek was het met gekomen, integendeel In feite
wordt in de late jaren '80 die ambitie terzijde geschoven, waarbij overwegingen als
de breedte van het vakgebied en het steeds specialistischer karakter van de sub
disciplines worden gehanteerd Maar ongetwijfeld speelt de gedachte mee dat het
wel goed gaat zoals het gaat Op het gebied van het aardwetenschappelijk hydro
logisch onderwijs en onderzoek beschikt men in Nederland vrijwel over een mono
poliepositie en de 3e geldstroom vloeit rijkelijk Medio jaren '90 komt het systeem
echter onder druk te staan als de monopoliepositie w o r d t aangetast en de externe
beoordeling van het onderzoeksprogramma de nodige kritische geluiden laat horen
De vakgroep/sectie Kwartairgeoiogie en Laaglandgenese
In eerste instantie is, evenals bij de vakgroep hydro(geo)logie, de functie van het
onderzoek primair gelegen in de noodzaak om te voorzien in leeronderzoek voor,
meer en meer, doctoraalstudenten Het veldseizoen wordt gevuld met grootschali-
ge karteringen en inventarisaties waarin grote aantallen studenten participeren In
de loop van de jaren '70 wordt er geleidelijk aan ruimte geschapen voor de weten
schappelijke uitwerking van althans een deel van de snel toenemende hoeveelheid
gegevens, in de vorm van promotieonderzoek van, vooral vaste, medewerkers Het
(veld)onderzoek is, aansluitend op de Nederlandse situatie, m essentie gericht op
jonge accumulatiegebieden De tijdschaal loopt daarbij van duizenden tot vele i63
honderdduizenden jaren Holocene kust en riviervlakten, maar al spoedig ook
jongere en oudere Pleistocene gebieden Het onderzoek is landschappelijk-geo-
morfologisch geïnspireerd, maar bedient zich vooral van geologische methoden
(stratigrafie, sedimentologie, sediment-petrografie, palynologie/paleoecologie)
Verschillende pogingen om naast dit geologisch getinte type onderzoek ook
(leer)onderzoek van een meer toegepast fysisch geografisch karakter op te zetten
lelden uiteindelijk schipbreuk Het zijn enerzijds vooral de studenten en anderzijds
de vakgroepvoorzitter, Wiggers die een dergelijke ontwikkeling nastreven Voor
Wiggers geldt daarbij dat hij de (afzet)mogelijkheden van de fysisch geografische
opleiding vooral ziet liggen in een beroepsgerichte (in die fase gaat het daarbij
nog m belangrijke mate om het leraarsambt, maar Wiggers denkt ook aan plan
ning en milieu) en met zozeer m een fundamenteel wetenschappelijke benadering
Een planologisch fysisch geografische opleidingsvariant en, later, een regionalise
rend synthetiserende onderzoeksrichting naast de meer fundamentele analytisch-
genetische benadering komen echter met van de grond Dat is vooral het gevolg
van het feit dat de stafleden die geacht worden deze ontwikkelingen, ook m de
vorm van eigen onderzoek, te dragen die als wetenschappelijk onvoldoende vol-
waardig ervaren Wiggers die, zelf inmiddels bij een veelheid van andere activitei
ten betrokken, de zorg voor het doctoraalonderwijs en onderzoek grotendeels aan
de wetenschappelijke staf heeft overgelaten, is pragmatisch en accepteert de ont
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 268 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 268 Pagina's