Aardwetenschappen aan de Vrije Universiteit 1960-2001 - pagina 38
(moeder)faculteit, maar daarnaast bmnen de interfaculteit Met de introduc
tie van de WUB, die medebestuur door studenten impliceerde, werd het
noodzakelijk faculteiten en subfaculteiten met langer te benaderen als verza-
melingen van docenten maar als kaders waarbinnen studenten werden opge-
leid Die kaders waren voor alle instellingen dwingend voorgeschreven m het
Academisch Statuut De consequentie was dat in de gedemocratiseerde struc
tuur de fysische geografie binnen de Interfaculteit diende te functioneren, de
geologie in de Faculteit der WN Vele jaren later verviel, met het afschaffen
van het Academisch Statuut, de wettelijk voorgeschreven facultaire indeling
en in 1987 werden geologie en fysische geografie aan de VU alsnog onderge
bracht in een Faculteit der Aardwetenschappen (zie hoofdstuk 4)
Zo ontstond een groot probleem waar het ging om de conversie van het pre WUB'se
Instituut voor Aardwetenschappen naar een WUB'se eenheid In overleg met het
universiteitsbestuur werd besloten tot een benadering die de beoogde voortzetting
van de bestaande integratie van geologie en fysische geografie zoveel mogelijk
recht zou doen De jure zou er sprake zou zijn van twee afzonderlijke subfaculteiten
(geologie respectievelijk fysische geografie) De facto echter zouden deze beide
zoveel mogelijk gezamenlijk opereren binnen de constructie van de Verenigde
Subfaculteiten der Geologie en der Fysische Geografie (VSF), die bestuurd zouden
36 worden door een Raad en een Bestuur Hiertoe werd de status van de fysische (en
de sociale) geografie verhoogd van die van sectie tot Subfaculteit en delegeerde de
Interfaculteit een groot deel van haar bevoegdheden ten aanzien van de fysische
geografie aan de subfaculteit respectievelijk aan de faculteit der Wiskunde en
Natuurwetenschappen Budgettair werd de subfaculteit der Fysische Geografie m de
faculteit WN ondergebracht Daarmee was een voor de aardwetenschappen alles
zins werkbare oplossing gevonden Eind 1971 werd het nieuwe stelsel ingevoerd
De reactie van het establishment
Hoe werd de overgang naar de democratische bestuursstructuur binnen de top van
het instituut, die een decennium eerder met geheel andere perspectieven aan de
VU begonnen was, beleefd? Allereerst moet worden vastgesteld dat zij allen loyaal
hebben meegewerkt aan het tot stand komen van de nieuwe bedeling Breimer,
conservator, was een warm voorstander van democratisering binnen het weten
schappelijk corps, maar ten opzichte van de betrokkenheid van de andere geledin-
gen stond hij sceptisch Bij de docenten met leeropdracht was Engelen (hydrologie)
bepaald met overtuigd van de merites van de democratisering, Westra (petrologie)
daarentegen juist wel Van de zittende hoogleraren had Van de Fliert de grootste
problemen met de omwenteling, die hij principieel onjuist achtte maar waartegen
hij zich gezien de positiebepaling van hogere besturen met wilde verzetten'
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 268 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 268 Pagina's