Aardwetenschappen aan de Vrije Universiteit 1960-2001 - pagina 215
wetenschap. Bestuurders zijn inwisselbaar, profielbepalende wetenschappers niet.
In diepste wezen wordt de prestatie van de faculteit bepaald door de inspiratie, de
motivatie, de creativiteit en de vindingrijkheid van de individuele medewerkers op
het basisniveau, ook die bij de ondersteunende diensten. De taak van de facultaire
administration ligt daarmee in de eerste plaats bij het inspireren van de facultaire
gemeenschap en bij het scheppen van de voorwaarden, waaronder ook het stimu-
leren van nieuwe ontwikkelingen, om een optimale prestatie mogelijk te maken De
faculteitsvertegenwoordigers in Stuurgroep en Kerngroep, maar deels ook m de
werkgroepen, krijgen bij herhaling de indruk dat hun gesprekspartners, waaronder
ook de externe adviseur, minder gevoelig zijn voor een dergelijke bottum-up bena-
dering en meer geneigd tot een top-down aanpak waarin de merites van een over-
zichtelijk besturingsmodel - de "Koekjesfabriek" - voorop staan In de loop van het
late najaar van 1999 en de winter van 2000 leidt dat tot ernstige tegenstellingen
binnen de Kerngroep De FdA raakt geïsoleerd en is bereid het overlegproces des-
noods af te breken In concreto spitst de discussie zich toe op de omvang van de
wetenschappelijke afdelingen en op de vraag of m een nieuwe facultaire constella-
tie onderzoeks- en onderwijsinstituten systematisch deel zouden moeten uitmaken
van de organisatiestructuur. Bij Biologie bestaat reeds een aantal onderzoeksinsti-
tuten, maar bij Aardwetenschappen is het enige (m theorie) bestaande instituut,
het Centre for Marine Earth Sciences, bij de invoering van de MUB juist opgeheven.
Aardwetenschappen heeft geen behoefte aan een extra bureaucratische laag en is 213
bovendien sterk gekant tegen constructies waarin de lijn van het faculteitsbestuur
naar de basis vertroebeld kan worden door tussengeschakelde functionarissen
(afdelingshoofden van complexe afdelingen, onderzoeks- en onderwijsdirecteuren)
met een te omvangrijk en moeilijk controleerbaar mandaat De ervaringen met de
voormalige directeur-bedrijfsvoering zijn daar niet vreemd aan In de loop van de
gesprekken wordt overeenstemming bereikt over het handhaven van kleine (m
essentie met leerstoelen samenvallende) afdelingen. Ook bij Biologie worden de
merites van die benadering onderschreven Maar dat betekent wel dat er voor een
toekomstig faculteitsbestuur, met 23 afdelingen, een span of contra/probleem
dreigt te ontstaan Zekere voorzieningen op het niveau tussen afdelingen en facul-
teitsbestuur zijn onvermijdelijk" Uiteindelijk vindt men elkaar op de formule van
'lichte" onderzoeksinstituten met een vooral wetenschappelijk coördinerende func-
tie en daaraan gekoppeld een weinig machtige directeur^^. De middelentoewijzing
zal rechtstreeks aan de afdelingen plaatsvinden. Overeengekomen wordt dat er op
het terrein van de aardwetenschappen een tweetal onderzoeksinstituten zal worden
g e v o r m d " Terwille van de communicatie tussen afdelingen en faculteitsbestuur
zal in de geclusterde faculteit, naar het model van Aardwetenschappen, een Raad
van Afdelingshoofden functioneren. Ten aanzien van het onderwijs wordt afgezien
van het instellen van onderwijsinstituten en onderwijsdirecteuren Daar voor in de
plaats IS een vijftal "opleidingsdirecteuren' voorzien die m nauwe samenwerking
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 268 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 268 Pagina's