Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 213
De Vrije Universiteit 1880-2005
wetenschapsbeoefening in de verschillende faculteiten omstreeks 1950 eens nader in
ogenschouw nemen.
WETENSCHAP IN DE FACULTEITEN
Vanaf 1945 neemt het aantal hoogleraren zo toe, dat we niet meer elke benoeming kun-
nen vermelden. Het gaat om de hoofdlijnen: hoe werd het vu-ideaal waargemaakt in de
faculteiten.? Hield men vast aan het oude, of koos men liever nieuwe wegen? We begin-
nen dan natuurlijk met de theologie. De personele bezetting veranderde. Van Gelderen
kon in 1945 eindelijk met emeritaat gaan, Aalders en Hepp volgden in 1950. Nieuw kwa-
men W.H. Gispen, N.H. Ridderbos en R. Schippers. Het maakte geen wezenlijk ver-
schil, meende rector Dooyeweerd. Van deze jongere generatie viel 'geen revolutionaire
verachting der traditie te verwachten, al zal zij ook nieuwe geluiden doen horen'.S'*^ Het
is waar gebleken voor Gispen en Ridderbos. Gispen stemde in met Grosheide: wie be-
gint de bijbel te bestuderen als een gewoon boek, kan nooit tot de conclusie komen dat hij
het Woord Gods voor zich heeft. Het uit die opvatting voortvloeiende isolement van de
gereformeerde schriftbeschouwing heeft hij altijd aanvaard.543 Ridderbos ontweek de
discussie met de voorstanders van de schriftkritiek, maar bleef zelf in het klassieke
spoor.544 In zijn studie over het eerste hoofdstuk van Genesis probeerde hij een handrei-
king te doen aan de biologen die moeite hadden met het scheppingsverhaal als historisch
verslag. 545 Hij las dat hoofdstuk als een schematisch geordende samenvatting van Gods
scheppingswerk, volgens het schema van de joodse week. Het boekje beleefde een twee-
de druk, doch zou weldra door radicalere exegese verdrongen worden.
Schippers en Berkouwer zijn weliswaar nooit verachters van de traditie geworden,
maar namen wel op den duur groeiende distantie in acht. In deze periode is dat bij
Schippers nog niet te merken. Zijn boek van 1954 over de gereformeerde zede neemt die
traditie ernstig, en gaat voortdurend in discussie met de zeventiende-eeuwse vaderen.
Wijkt hij in zijn conclusies van hen af, dan is dat eerder op pragmatische dan op princi-
piële gronden. Berkouwer is het opmerkelijkste geval. Hij was in 1940 niet in de laatste
plaats benoemd omdat hij bekwaam geacht werd de strijd op te nemen tegen de dialecti-
sche theologie van Karl Barth. Die leer werd beschouwd als een gevaar voor het voort-
bestaan van de Vrije Universiteit546, en daarom gevaarlijker dan ongeloof of vrijzinnig-
heid.547 Directeuren maakten zich dan ook ernstige zorgen toen bleek dat een groep
vu-studenten regelmatig de colleges dogmatiek aan de stedelijke universiteit volgde, 'be-
koord door de theologie van Barth'. Ze beschouwden dat als een reactie op het onderwijs
van de ouder wordende Hepp54^, en hadden voor de toekomst hun hoop op Berkouwer
gesteld. Toen verscheen in 1954 De triomf der genade m de theologie van Karl Barth. Maar
dat boek hoort al niet meer bij het uitgaande tijdvak.
De juridische faculteit kreeg vanaf 1945 een volkomen nieuw gezicht met de benoe-
ming van A.M. Donner, I.A. Diepenhorst, P.J. Verdam, N. Okma en W.F. de Gaay
CHRISTELI)KE WETENSCHAP 19261955 209
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's