GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 202

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 202

De Vrije Universiteit 1880-2005

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

geweest die aan de beurt kwamen. Het brandende probleem was destijds de Indonesi-

sche kwestie. Toen men zich in Nederland opmaakte Indië te bevrijden van de Japanse

bezetting, bleek zich daar een nieuw bewind te hebben gevestigd dat de oude kolonie had

veranderd in de republiek Indonesië. Het heeft Nederland enkele jaren gekost eer het

zich bij de feiten neer kon leggen. De antirevolutionairen bleken daartoe in het geheel

niet bereid. Zij weigerden het revolutionaire Indonesische gezag te erkennen en wensten

de eenheid van het aloude Koninkrijk der Nederlanden ook in Azië te handhaven. Zo-

lang de Indonesische kwestie speelde, hield dit standpunt hen buiten de regering.

Het was alsof de tijd voor hen was blijven stilstaan in 1928, met de verschijning van

Colijns Koloniale Vraagstukken van Heden en Morgen. Het viel hun in alle opzichten

moeilijk, afscheid te nemen van hun verleden. Hun partij was op eeuwige beginselen ge-

bouwd, en daaruit leek voor hen dan te volgen dat alle eens geformuleerde politieke ant-

woorden en oplossingen eeuwigheidswaarde bezaten. Onder de nieuwe leider Schouten

trokken zij de oude lijnen door. Bruins Slot, uit het verzet te voorschijn gekomen als

tweede man in de partij, sloot zich onvoorwaardelijk bij hem aan. Van de partijtop ging

geen enkele drang uit tot verandering, laat staan tot vernieuwing. De antirevolutionairen

merkten wel dat hun aanhang slonk, maar zij twijfelden niet aan zichzelf Een in 1954 in-

gestelde commissie omschreef de partij als 'een dijk, die de polder, waarin het christe-

lijke organisatieleven bloeit, moet beschermen tegen stormvloeden van buiten'. Die dijk

moest blijven.+s^ Maar een partij die alleen bestaat om te handhaven wat ze al heeft

binnengehaald, zal toenemende moeite hebben nieuwe kiezers tot zich te trekken. De

gevolgen zijn niet uitgebleven. De Anti-Revolutionaire Partij was de enige die bij de Ka-

merverkiezingen elke keer opnieuw verlies leed.'^s? Kennelijk wekte zij met haar politie-

ke idealen zo goed als geen bezieling meer.

In dat beschermde polderlandschap lag ook de Vrije Universiteit. Vanuit de verte ge-

zien gedijde ze daar uitstekend. In de periode 1945-1955 zijn vierenveertig nieuwe hoog-

leraren benoemd, evenveel als in de voorgaande 65 jaar tezamen. En al bleef ze nationaal

gezien nog altijd een kleine universiteit, naar haar eigen maatstaven voltrok zich een flin-

ke schaalvergroting. Een economische faculteit ging van start, een medische zou einde-

lijk reële betekenis krijgen. Wat men toen een politiek-sociale faculteit noemde kwam

nog niet tot stand, maar bij de economen werd R. van Dijk in 1949 benoemd voor de

sociologie, bij de juristen vier jaar later J.J. de Jong voor politieke wetenschappen. Voor-

al de nieuwe president-directeur Schouten had daar sterk op aangedrongen. Het werd

hoog tijd, meende hij, dat de Vrije Universiteit eindelijk eens een tegenwicht zou bieden

aan haar Amsterdamse zusterinstelling.^^" Dan zou de Vrije Universiteit des te beter

haar functie van kaderschool kunnen blijven vervullen. Haar eigen hoogleraren gaven

nog altijd het voorbeeld. P.A. Diepenhorst verdween weliswaar in 1946 uit de Eerste

Kamer en Woltjer in 1952, maar Anema hield zitting tot i960,1. A. Diepenhorst en Hel-

lema voegden zich in 1952 bij de antirevolutionaire fractie. Iets later, in 1956, zou Ver-

steeg toetreden tot de Tweede Kamer, die al sinds 1948 de oud-hoogleraar Gerbrandy

198 EEN HOEKSTEEN IN HET VERZUILD BESTEL

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's

Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 202

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's