Aardwetenschappen aan de Vrije Universiteit 1960-2001 - pagina 213

van begrip, soms van expliciete instemming Bij het OBP liggen de gevoelens

merendeels anders. Daar kan de directeur-bedrijfsvoering worden gezien als de

directe behartiger van de belangen van het ondersteunend personeel in het span-

ningsveld met vakgroepen en onderzoeksscholen. Maar ook als degene die het

voor hen opneemt nu men zich in zijn positie bedreigd voelt door wat ervaren

wordt als onverantwoorde clusteringsambities van het faculteitsbestuur Zijn ver-

trek kan m dat laatste perspectief moeilijk anders gezien worden dan als het

gevolg van een bestuurlijke actie om lastige tegenstanders tijdig uit de weg te rui-

men In een schrijven aan het CvB van 24 februari spreken de diensthoofden hun

vertrouwen in de directeur-bedrijfsvoering uit Toch raken de verhoudingen binnen

de faculteit minder gepolariseerd dan men zou kunnen vermoeden Ook binnen

het OBP IS met iedereen, ondanks de betoonde solidariteit jegens de directeur-

bedrijfsvoering, geheel zonder begrip voor het optreden van het faculteitsbestuur

Dat neemt met weg dat de hypotheek op het clusteringsoverleg aanzienlijk ver-

zwaard IS.

Stappen in het traject op weg naar clustering

Om te voorzien in het vacuum dat door het vertrek van Renkema ontstaat in de

beheersorganisatie wordt in de loop van maart 1999 tijdelijk dr H. Janssen, oud-

beheerder van de faculteit der Geneeskunde, als adviseur van het bestuur aange-

trokken. In een vroeg stadium is tevens dr J F.T. Schoute, oud-medewerker van de

faculteit en in zijn werkkring in Wageningen inmiddels VUT-gerechtigd, benaderd

omtrent zijn bereidheid om voor een interim periode de functie van directeur-

bedrijfsvoering op zich te nemen. Een en ander resulteert er m dat Schoute per 1

juni 1999 wordt aangesteld In de loop van maart en april wordt intussen het ver-

trouwen tussen CV en faculteitsbestuur in redelijke mate hersteld als er een aan-

zienlijk geliberaliseerd concept faculteitsreglement ter tafel komt In zijn vergade-

ring van 26 april 1999 stemt de CV daarmee formeel i n " . Bovendien heeft het

faculteitsbestuur toegezegd dat er m het kader van een eventuele clustering tot

ultimo 2003 geen sprake zal zijn van gedwongen samenvoeging van diensten.

Rond diezelfde tijd concluderen de besturen van Aardwetenschappen, Biologie en

IVM in het kader van de deadline van medio mei dat er een stevig opgetuigd ver-

volgonderzoek zal moeten komen om de inhoudelijke merites, de uitvoerings-

technische aspecten en de denkbare modellen van een mogelijke clustering nader

systematisch en gedetailleerd in kaart te brengen. De strategische merites van

clustering, met name ten aanzien van onderwijs- en onderzoeksprofilermg m het

kader van schaalvergroting binnen de universiteit staan voor de besturen nog

steeds buiten kijf. Potentieel lijkt er voldoende meerwaarde te behalen op de ter-

reinen van onderzoek en onderwijs en er zijn op voorhand geen onoverkomelijke

praktische belemmeringen te verwachten, ook al wordt vastgesteld dat er qua

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen