Aardwetenschappen aan de Vrije Universiteit 1960-2001 - pagina 157
24 a 25 fte WP (alsmede een evenredige inzet van het NWP).
Dat was objectief bezien geen onredelijk standpunt. De omvang van de B-
delen van de verschillende (sub)faculteiten was vooral tot stand gekomen op
zogenaamde "historische gronden". Daarmee werd in essentie de onderzoeks-
ruimte die faculteiten zich in de late jaren '70 hadden weten te verwerven,
gefixeerd. De omvang van die ruimte was daarmee betrekkelijk willekeurig.
De aardwetenschappen hadden in de loop van hun ontwikkeling in de jaren
'70 al de grootste moeite gehad om het personeelsbestand in elk geval m
evenwicht te brengen met de snel toenemende onderwijsverplichtingen Toen
in de tweede helft van de jaren '70 de koek op raakte, bleven de toenmalige
VSF achter met een, naar beta-maatstaven, mager onderzoekscompartiment
(zie hoofdstuk 2). De samenvoeging met de geologie van de UvA resulteerde
weliswaar in een percentuele toename van dat compartiment (het UvA VF-pro-
gramma werd, bij alle inleververplichtingen in het kader van de TVC-operatie,
integraal overgenomen), maar het eindresultaat was nog altijd een relatieve
achterstand ten opzichte van (sub)faculteiten als Natuurkunde en Scheikunde.
Het CvB heeft voor 1989 een ophoging van het B-deel voorzien tot 23 fte, de facul-
teit wenst meer Uiteindelijk leidt de discussie er toe dat de herintreding m het uni-
versitaire verdeelmodel met een jaar wordt uitgesteld tot 1 januari 1990. Dat hangt
vooral ook samen met het feit dat er inmiddels sprake is van een overgang van het iss
ZWO-Laboratorium voor Isotopengeologie (IGO) naar de faculteit, een overgang die
hoe dan ook een aanzienlijke toename van de onderzoekscomponent met zich mee
zal brengen (zie verder hieronder). In de toewijzing van personele middelen (exclu-
sief IGO) voor 1990 wordt het B-deel vastgesteld op 25 fte WP {+ 75% opslag voor
het NWP) De uitbreiding wordt gemotiveerd op basis van ondersteuning van de
beoogde zwaartepuntvorming op het gebied van het isotopen-geologisch onder-
zoek. Al met al een succes dat met name op het conto van de beheerder, Renkema,
mag worden geschreven De verdeling wordt door de faculteitsraad m mei 1990 als-
volgt vastgesteld
EPM/Pi 5.81 fte
Sedimentaire Geologie 9.26 fte
HKL 7.94 fte
Meteo 1 99 fte
Totaal 25 00 fte
BIJ die verdeling is het B-deel van zowel de vakgroep EPM/PI als de vakgroep
Sedimentaire Geologie ten opzichte van de interne verdeling 1989, ter stimulering
van het isotopen-geologisch onderzoek, met 1 fte opgehoogd. Inmiddels zijn m het
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 268 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 268 Pagina's