Aardwetenschappen aan de Vrije Universiteit 1960-2001 - pagina 63
over de operatie Uiteindelijk kwam tegen het einde van 1979 de Utrechtse nieuw-
bouw gereed en ging het grootste deel van de Leidse subfaculteit over naar
Utrecht Al eerder, rond 1976, waren VU en UvA tot een, in het kader van de taak-
stelling van het Beleidsorgaan aanvaardbare, modus vivendi gekomen Bij het aflo-
pen van de herstructureringsovereenkomst, m 1981, wordt deze, in lichte v o r m ,
voor 10 jaar verlengd Dan echter is al duidelijk dat het instituut m Leiden de
komende invoering van de 2-fasen structuur in het onderwijs niet zal overleven en
dat ook Groningen ten dode opgeschreven lijkt Twee jaar later zal de minister in
het kader van de TVC-operatie besluiten de geologie aan de UvA op te heffen en
samen te voegen met die aan de VU. In de periode die volgt keert geleidelijk aan
de rust aan het front terug en ontstaan, ook doordat een oudere generatie uit
beeld gaat verdwijnen, uiteindelijk de condities die een succesvolle moderne ont-
plooiing van de Nederlandse aardwetenschappen mogelijk zullen maken.
Herstructurering was ongetwijfeld noodzakelijk en onvermijdelijk, maar de jaren
tussen 1966 en 1981 zijn in dat opzicht voor een belangrijk deel verloren jaren
geweest. Denkbaar is dat de operatie minder slepend zou zijn verlopen wanneer
bij het tot stand brengen van de herstructurering, materieel en psychologisch,
geen rekening had behoeven te worden gehouden met de eigenaardige positie van
de jonge geologische subfaculteit aan de Vrije Universiteit.
Van overeenkomst tot resultaat;
de eerste stappen en het begin van het UvA-VU overleg
Het langjarige proces naar een overeenkomst ten aanzien van landelijke herstruc-
turering der aardwetenschappen was in november 1971 op een voor de VU
bepaald als bevredigend te ervaren wijze afgesloten Voor Wiggers - wiens positie
m verband met de invoering van de democratische bestuursstructuur m diezelfde
maand werd "gereduceerd" tot die van decaan van de Verenigde Subfaculteiten der
Geologie en Fysische Geografie telde m dit verband, naast het loutere overleven
vooral de gehonoreerde landelijk exclusieve claim op de hydrogeologie en de
Kwartairgeologie. Op deze terreinen openden zich voor de VU belangrijke ontwik-
kelingsmogelijkheden, juist ook omdat die m nauwe samenwerking met de fysi-
sche geografie gerealiseerd zouden kunnen worden Anders lag het met de pale-
ontologie en de ertskunde. Deze aandachtsvelden zouden in complementariteit
met respectievelijk de stratigrafie en de petrologie aan de UvA behartigd moeten
worden. Daarbij vormde de ertskunde weliswaar een landelijk uniek aandachts-
veld'"', maar voor de paleontologie, die nadrukkelijk m de hoofdconcentratie in
Utrecht vertegenwoordigd zou zijn en daarnaast ook te Leiden en Groningen, gold
dat bepaald met Intussen trok Nijman, een van de eerste afgestudeerden m de
geologie aan de VU en medewerker van het eerste uur van Van de Fliert, zijn con-
clusies HIJ zag, met zijn sedimentologisch gerichte oriƫntatie, na het tot stand
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 268 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 268 Pagina's