Aardwetenschappen aan de Vrije Universiteit 1960-2001 - pagina 86
houdt zich in dat kader met name bezig met een nieuwe benadering van de tekto-
nische evolutie van het gebied m het kader van het plaattektonische model.
Ertskunde, petrologie en mineralogie
De ontwikkeling van het onderzoek op dit terrein wordt bepaald door de achter-
grond van Uytenbogaardt Deze had zich voor zijn komst naar de VU als een van
de eersten gespecialiseerd in de ertsmicroscopie, terwijl zijn veldervaring vooral
lag op het gebied van de ertsgeologie van het Zweedse Precambrium
Uytenbogaardt richt zich op de verdere methodische en instrumentele ontwikke-
ling van, en ten behoeve van, de ertsmicroscopie en de toepassing daarvan m het
onderzoek van ertsen, stollmgsgesteenten en metamorfe gesteenten. Daarnaast
zet hij zich in voor de aanschaf van een elektronen microsonde, waarmee op non-
destructieve wijze en op micronschaal kwalitatieve en kwantitatieve gegevens ver-
kregen kunnen worden omtrent de chemische samenstelling van mmeralen. Het
instrument werd in 1965 in gebruik genomen en bepaalde sindsdien het onder-
zoek van de vakgroep m belangrijke mate. Via de daartoe opgerichte ZWO werk-
gemeenschap voor analytisch-chemisch onderzoek van mineralen en gesteenten
(WACOM) kwam het apparaat ook beschikbaar voor onderzoekers van andere
universiteiten, terwijl apparatuur van andere universiteiten toegankelijk werd voor
onderzoekers van de VU In 1977 kon een tweede instrument worden aangeschaft.
Op het gebied van de erstmicroscopie gaf Uytenbogaardt de stoot tot de oprich-
ting van de Commission on Ore Microscopy Onder supervisie van deze commissie
werden gestandaardiseerde meetmethoden ontwikkeld en internationaal gedemon-
streerd en onderwezen De kwalitatieve ertsmicroscopie was daarmee een interna-
tionaal geaccepteerd en praktisch bruikbaar onderdeel van de optische mineralo-
gie geworden In 1971 werd met de publicatie van een geheel herziene uitgave van
de tabellen voor de microscopische determinatie van ertsmineralen (in hoofdzaak
het werk van Burke) een fase in het ertsmicroscopisch werk van de vakgroep mm
of meer afgesloten In het kader van de landelijke herstructurering wordt in dat-
zelfde jaar de onderwijs en onderzoekstaak op ertskundig gebied aan de Vrije
Universiteit toegewezen. Uytenbogaardt zelf krijgt in de jaren zeventig meer en
meer belangstelling voor de vragen die met een verantwoord gebruik en beheer
van schaarse bodemschatten samenhangen en met de rol die zij spelen m de
wereldpolitiek. Per 1 januari 1977 stapt hij over naar de Technische Hogeschool te
Delft in hoop daar met name m dit opzicht meer te kunnen betekenen.
Het veldonderzoek van de vakgroep concentreerde zich aanvankelijk op het urani-
um rijke Vastervik gebied m Zuidoost-Zweden Het onderzoek naar het ontstaan
van deze ertsafzettingen resulteerde in een drietal dissertaties In het begin van de
jaren zeventig kwam, door stimulering van Westra, ook een meer integrerende
geologische aanpak in het veldwerk tot stand m een gecombineerd petrologisch
chemische en microstructurele benadering Daartoe werd samengewerkt met Zwart
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 268 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 268 Pagina's