Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 264
De Vrije Universiteit 1880-2005
terug was er niet. Daarvoor werd de vernieuwing te breed gedragen in de theologische
faculteit, en voorzag zij te duidelijk in de behoeften van de biologen en geologen. Ten
tweede maakte de nieuwe opvatting over het gezag van de Schrift een einde aan het iso-
lement van de tot dan toe strikt gereformeerde Vrije Universiteit. Dat gold natuurlijk in
het bijzonder de theologische faculteit, maar het had gevolgen voor de hele instelling. Al
bleef ze vooralsnog verbonden met de reformatorische traditie, ze gunde zichzelf nu de
ruimte voor een heroriëntatie in oecumenische zin. Het liet zich reeds voorzien dat in de
toekomst ook niet-gereformeerden bij alle faculteiten benoembaar zouden zijn. Ten der-
de kreeg daardoor de universiteit een andere verantwoordelijkheid. Driekwart eeuw
lang had zij zich in dienst gesteld van het gereformeerde volksdeel. Ze moest het kader
leveren voor alle organisaties en levensverbanden van de eigen zuil, en ze moest de gere-
formeerde beginselen zodanig doordenken en uitwerken dat die een kracht zouden wor-
den binnen de gehele samenleving. Toen de Vrije Universiteit veranderde van gerefor-
meerd in oecumenisch, keerde ze zich tegelijk af van het eng nationale, en sloeg haar
vleugels wijder uit. Dienst aan de medemens, steun aan de zwakke, hulp voor de ver-
drukte, maar dan niet alleen in het kleine Nederland. Oecumenisch was te verstaan als
wereldwijd, ook in de universitaire dienstverlening. Hoe deze idealen zich ontwikkelden
en hoe ze gefundeerd werden staat ons nu te bezien.
DE GRONDSLAG I N DISCUSSIE
HULPVERLENING AAN HET BUITENLAND
De dienst aan de verre naaste kan ons het beste inleiden in de discussies over het pro-
bleem van de grondslag. De verhouding tot het buitenland is voor de Vrije Universiteit
altijd een belangrijk punt geweest. Het onderhouden van goede betrekkingen met geest-
verwante instellingen over de grens was jarenlang de voornaamste doelstelling van het
buitenlandse beleid. Daarom had men de aandacht voornamelijk gericht op landen waar
het calvinisme vaste voet had verworven: Hongarije, Schotland, Zuid-Afrika en de Ver-
enigde Staten. Kuyper was al die richting ingeslagen, en Colijn had de lijnen verder
doorgetrokken. In de eerste jaren na de oorlog is dat oude streven nog goed herkenbaar.
Berkouwer bezocht in de jaren vijftig Amerika, en vond daar zo veel instemming en en-
thousiasme, dat hem in Grand Rapids een leerstoel werd aangeboden. De contacten met
Potchefstroom in Zuid-Afrika mondden in 1958 uit in een formele overeenkomst om
onderlinge uitwisseüng te bevorderen.'^' In dat kader kwam de bioloog J.A. van Eeden
nog in 1967 twee maanden naar Amsterdam, opdat de vu-collega's hun voordeel konden
doen met zijn grote gespecialiseerde kennis van de Afrikaanse zoetwaterslak.'^^ En Ame-
rikaanse zowel als Zuid-Afrikaanse studenten bleven de Vrije Universiteit bezoeken,
haast altijd wn zich nader vertrouwd te maken met de daar gedoceerde theologie of filo-
260 EEN HOEKSTEEN IN HET VERZUILD BESTEL
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's
![Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 264](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/publicaties-vu-geschiedenis/een-hoeksteen-in-het-verzuild-bestel-de-vrije-universiteit-1880-2005/2005/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's