Aardwetenschappen aan de Vrije Universiteit 1960-2001 - pagina 141
vendi, onlustgevoelens over het gebrek aan (sociale) coherentie.
En tegelijkertijd is er in de dagelijkse praktijk van de (sub)faculteit wel degelijk
sprake van de nodige impliciete saamhorigheid, ook al zouden velen die graag
intensiever geoperationaliseerd zien Die saamhorigheid, waarin ook de rol van de
studievereniging GeoVusie met onderschat moet w o r d e n ^ is mede gebaseerd op,
onderling verschillende, negatieve ervaringen uit het verleden Het gevoel kan
bestaan dat binnen de academische werkelijkheid de aardwetenschappen als met
meer dan een randverschijnsel worden beschouwd en dat er voor wat betreft de
eigen positie weinig te verwachten valt van het universitaire establishment Als
afweermechanisme tegen gepercipieerd extern onbegrip en onderwaardering
ontwikkelt zich een zekere interne beeldvorming omtrent eigen voortreffelijkheid
en uniciteit En binnen de universitaire gemeenschap koesteren de aardweten
schappen, qua middelentoewijzing voorlopig beschermd door hun buiten model
positie, het isolement Aan verandering in die situatie is weinig behoefte Er rijst,
uiteindelijk met succes, algemeen verzet tegen het voornemen van het CvB (dat
vanaf 1986 actueel wordt) om met het verdwijnen van het subfacultaire niveau
binnen de universitaire bestuursstructuur te komen tot een geïntegreerde Faculteit
der Natuurwetenschappen. Eveneens in 1986 toont de subfaculteit zich weinig
gecharmeerd van een nagekomen poging tot externe interventie, vervat m een
aantal aanbevelingen in het rapport "Aardwetenschappen, een knooppunt in onze
samenleving' (zie ook hoofdstuk 2). 139
Dit rapport, opgesteld m opdracht van het Directoraat-Generaal
Wetenschapsbeleid door J.A. van Hoeflaken, was al verschenen in januari
1985. Het rapport was bedoeld om de aanbevelingen van het in september
1983 onder de auspiciën van de Commissie voor de Geologische
Wetenschappen van de KNAW uitgebrachte rapport "Aarde, Wetenschap en
Samenleving" (AWS) te operationaliseren Dat laatste rapport was, zoals in
hoofdstuk 2 IS beschreven, tot stand gekomen vanuit de verontrusting dat de
landelijke herstructurering der aardwetenschappen inhoudelijk tot weinig
verbetering had geleid De boodschap van het AWS rapport was tweeledig In
de eerste plaats vergde het bijblijven van de Nederlandse aardwetenschap-
pen in de internationale ontwikkelingen een sterk toegenomen nadruk op de
exacte benadering, zowel in onderwijs als in onderzoek. En in de tweede
plaats diende de belangrijke maatschappelijke rol van de aardwetenschap
pen veel nadrukkelijker naar voren te komen in de vorm van feitelijke betrok-
kenheid, zowel op een veelheid van beleidsterreinen als binnen de industrie
De stemmen van Utrechtse geofysicus Vlaar en de directeur van de Rijks
Geologische Dienst, Hageman, waren daarmee in het rapport duidelijk hoor-
baar Het gebrek aan binnenlandse maatschappelijke status hadden de aard-
wetenschappen (sensu geologie), met een traditioneel op het buitenland
gerichte belangstelling, overigens geheel aan zichzelf te wijten
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 268 Pagina's
![Aardwetenschappen aan de Vrije Universiteit 1960-2001 - pagina 141](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/publicaties-vu-geschiedenis/aardwetenschappen-aan-de-vrije-universiteit-1960-2001/2005/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 268 Pagina's