Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 302
De Vrije Universiteit 1880-2005
heid zou worden. In de jaren zeventig moest men het probleem van de extreme toeloop
met andere middelen aanpakken. Veringa's opvolger Jhr. mr. M.L. de Brauw vaardigde
in 1971 de zogenaamde machtigingswet uit. Die wet gaf de minister de bevoegdheid
voor bepaalde studies maxima vast te stellen voor de nieuwe instroom. Toen in 1964 tij-
delijk een soortgelijke maatregel was getroffen, was de Vrije Universiteit daar niet bij in-
begrepen geweest. De minister had haar slechts dringend om medewerking gevraagd,
maar meende de bijzondere instellingen niet te kunnen dwingen. De Brauw zag het wat
gemakkelijker in. Hij stelde in dit opzicht openbaar en bijzonder onderwijs eenvoudig
met elkaar gelijk.7' Zo begon de Vrije Universiteit te begrijpen wat honderd procent
subsidie betekende.
Voor haar waren de consequenties van de machtigingswet waarschijnlijk wel het
meest ingrijpend. De minister onderzocht per studierichting of beperkte inschrijving
nodig was. Luidde zijn antwoord bevestigend, dan stelde hij een totaal vast, gebaseerd
op de opnamecapaciteit van de gezamenlijke universiteiten. De student kon dan wel bij
zijn inschrijving een voorkeursvolgorde opgeven, maar wist nooit of hij geplaatst zou
worden overeenkomstig zijn eerste voorkeur. Hij was verplicht te studeren aan de uni-
versiteit die hem was toegewezen. Het paradoxale gevolg van deze regeling was, dat ze
het studentental aan de Vrije Universiteit juist deed groeien. Per i januari 1972 telde zij
10.248 studenten.7^ Acht jaar later was dat getal tot 12.283 opgelopen.^3 Voor geschiede-
nis bijvoorbeeld werden in deze jaren meestal 75 tot 80 studenten toegelaten,'"* dat wil
zeggen twee- tot driemaal zoveel als in de tijd van de vrije inschrijving. Zo kwamen ve-
len enkel naar Buitenveldert omdat de plaatsingsmechanismen hen daartoe noodzaak-
ten. Een groot deel van deze nieuwkomelingen had noch voorkeur voor noch binding
aan de Vrije Universiteit. Dat zou de studentenpopulatie niet inschikkelijker maken.
GEDEMOCRATISEERDE STUDENTEN
DE HOUDING VAN DE AUTORITEITEN
Tineke van den Klinkenberg, in haar studententijd een vooraanstaand activiste, herin-
nerde zich bijna dertig jaar later nog heel goed dat de vu-regenten zeer verschillend rea-
geerden op de universitaire onrust. De Gaay Fortman stond open voor nieuwe stromin-
gen. 'Hij deed normaal tegen ons en ging de discussie aan. Anderen zagen ons linksen als
het vijandelijke kamp.''' De tegenstelling is misschien niet helemaal zuiver. De Gaay
Fortman was een geval op zichzelf Hij kon zich in zo'n gesprek boven de partijen stel-
len, maar maakte zich geen illusies. Er bestonden echter inderdaad wel ten minste twee
opvattingen over de studentenacties. De meest principiƫle tegenstanders hadden van
meet af aan de revolutionaire studententaal ernstig genomen. Het gaat hier niet zozeer
om een aanval op de universiteit, meende de jurist J. van der Hoeven, hoogleraar aan de
298 EEN HOEKSTEEN IN HET VERZUILD BESTEL
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's
![Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 302](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/publicaties-vu-geschiedenis/een-hoeksteen-in-het-verzuild-bestel-de-vrije-universiteit-1880-2005/2005/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's