GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een handvol filosofen - pagina 41

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een handvol filosofen - pagina 41

Geschiedenis van de filosofiebeoefening aan de Vrije Universiteit in Amsterdam van 1880 tot 2012

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

ƒ /. Woltjer: filosoof van de Logos 37

Woltjer streefde niet naar een vorm van syncretisme. Hij onderscheidde christelij-

ke en niet-christelijke levens- en wereldbeschouwingen van elkaar, die verschillen-

de ideeën van de goddelijke Logos en de menselijke logos hadden. Hij verwierp de

menselijke logos als een opzichzelfstaand voorwerp van wetenschap en kwam re-

gelmatig terug op de afhankelijkheid van de menselijke logos van de eeuwige Logos

die in de werkelijkheid tot uitdrukking kwam met Christus als zijn ultieme getui-

ge. Ondanks verschillen tussen christelijke en niet-christelijke levens- en wereldbe-

schouwingen, zag hij ook belangrijke verbindingslijnen.

Woltjer woonde aan de Keizersgracht 495, waar hij zowel collega's als studenten

regelmatig ontving. De verhouding met zijn collega's was doorgaans goed, al had hij

soms moeite met het autoritaire optreden van Kuyper. Als Woltjer en Kuyper van

de besturende colleges de opdracht hadden gekregen om bepaalde zaken te regelen

in verband met de organisatie van de universiteit, was Kuyper vaak op eigen houtje

te werk gegaan; hij stoorde zich niet aan Woltjer. In een brief van 21 november 1909

schreef Woltjer aan Kuyper: 'Wel heb ik door U veel verdriet gehad en menigen

nacht den slaap niet kunnen vatten'.'^' Toch had hij ook waardering voor Kuyper en

vooral voor zijn wetenschappelijke publicaties. Samen hadden zij veel gesprekken

gevoerd over christelijke wetenschap en filosofie, onder andere naar aanleiding van

Kuypers driedelige Encyclopaedic der heilige Godgeleerdheid. Kuyper had Woltjer

gevraagd het manuscript te lezen en van commentaar te voorzien.7

Woltjer, kaalhoofdig, kortgeknipt aan de zijkanten en een bescheiden puntbaard,

was ongecompliceerd eenvoudig in zijn voorkomen en optreden. Een man met een

evenwichtig gezicht en een heldere oogopslag. Een geboren docent, niets was hem

teveel om ingewikkelde vraagstukken aan zijn studenten uit te leggen en nog eens

uit te leggen. Zij stelden de thee-uurtjes bij hem thuis op prijs. Hoewel hij van na-

ture enigszins terughoudend was, vonden zij hem authentiek en menselijk. Hij was

hartelijk en kon in gesprekken soms vertrouwelijk zijn, maar zij vreesden zijn stren-

ge beoordeling van hun werk. Hij eiste dat zij onvoorwaardelijk ernst maakten met

de beoefening van de wetenschap. Hij was geliefd, maar werd door zijn studenten

vooral gerespecteerd.^'

Woltjer was een eminent geleerde die ook in het buitenland respect genoot. In

1882 sloot uitgever Treubner in Leipzig een contract met hem voor de uitgave van

een Lexicon Lucretianum. Dat het Lexicon nooit verschenen is, lag niet aan hem. De

uitgever vond na enkele jaren de uitgave om financiële redenen te riskant. Woltjer

was zeer teleurgesteld. Hij had al honderden pagina's geschreven, maar een door de

uitgever aangeboden schadevergoeding wilde hij niet aannemen.'^

Hoewel veel hoogleraren van andere universiteiten de kleine Vrije Universiteit

aanvankelijk geringschattend bejegenden, hadden competente collega's respect voor

Woltjer. Reeds voor zijn benoeming aan de Vrije Universiteit was hij genoemd voor

een professoraat aan een rijksuniversiteit en de senaat had er destijds bij de cura-

'Wokjer on Classical Antiquity', pp. 50-52.

69 Geciteerd uit Van der Laan,/an Woltjer, p. 229.

70 De eerste druk van Kuypers Encyclopaedic was in 1894 verschenen. In het woord vooraf van het derde deel

(pp. v-vi) schreef Kuyper (zonder nadere precisering) dat hij 'menige belangrijke opmerking' van Woltjer had

overgenomen. In deel II (p. 144) schreef hij 'de juiste lijn van Woltjers inzichten in de Logos' te hebben gevolgd.

71 Zie Van der hn3.n,Jan Woltjer, pp. 29, 32, 230-231.

72 Zie Van der Laan,/dtt Woltjer, pp. 29, 258-259.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's

Een handvol filosofen - pagina 41

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's