GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een handvol filosofen - pagina 70

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een handvol filosofen - pagina 70

Geschiedenis van de filosofiebeoefening aan de Vrije Universiteit in Amsterdam van 1880 tot 2012

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

66 I Fragiel begin (1880-1918)

niet-christelijke wetenschappers en vermeed hij theologische dogma's.'''

De Nederlandse tekst van Bavincks colleges, vermeerderd met vier andere in Ame-

rika gehouden lezingen, verschenen in 1908 onder de titel Wijsbegeerte der openba-

ring. Hij ging in discussie met Descartes, Spinoza, Leibniz, Kant, Hegel en andere fi-

losofen. Zijn colleges en lezingen werden gekenmerkt door scherpzinnige en

fundamenteel-filosofische analyses. Hij kwam in deze publicatie terug op wat hij

eerder had geschreven - hij bleef ermee bezig, herhaalde, verdiepte en breidde uit.

H e t is geen w o n d e r dat veel studenten door het onderwijs van Bavinck werden ge-

ïnspireerd in h u n verlangen naar een vernieuwing van het gereformeerd-theologisch

en -kerkelijk denken. Zo niet tot vernieuwing, dan wist Bavinck zijn studenten toch

aan te moedigen om over theologische en filosofische vragen zelfstandig na te den-

ken. D a t gold zeker voor de twintig promovendi die onder zijn leiding een proef-

schrift voltooiden. Vijf van hen hadden een filosofische dissertatie geschreven, maar

desondanks promoveerden zij in de theologische faculteit.'7'

Een groot deel van zijn leven is Bavinck bezig geweest met het probleem christen-

d o m en cultuur. D e moderne cultuur was volgens hem een abstracte naam voor veel

verschijnselen die geen eenheid vormen, wel samenhang vertonen, maar o o k vaak

onderling met elkaar in strijd zijn. Een materialistische mentaliteit, alcoholisme en

prostitutie, o o k de ontwikkeling van huwelijk, industrie, kunst en wetenschap re-

kende hij tot de moderne cultuur - dynamisch in haar ontwikkeling, onvoorspel-

baar in haar verloop. D a t ' d e ' moderne cultuur met het christendom in strijd zou

zijn, vond hij een holle frase."73 Er k o n wel degelijk sprake zijn van een antithetische

verhouding tussen bepaalde cultuurverschijnselen en het christendom, maar hij er-

kende dat velen van zijn tijdgenoten tot andere beoordelingen kwamen. '[A]nders

dan Kuyper, was hij altijd bezig om over de antithese heen te zien naar wegen, naar

misschien het allersmalste voetpad, waarlangs men elkaar k o n ontmoeten'. Aldus

Buskes, die eerder had opgemerkt: 'Zijn gehele leven was een voortdurende worste-

ling o m harmonie, om synthese, waarin hijzelf met hoofd en hart, met intellect en

gemoed, met gevoel en verbeelding was betrokken, en waarin hij de hele kosmos,

het stoffelijke en de geestelijke dingen, de natuur en de geschiedenis, de wereld en

! het Godsrijk betrok'.'^t

171 Bavinck, Wijsbegeerte der openbaring^ pp. 67-68.

172 Bavincks filosofisch georiënteerde promovendi schreven allen een proefschrift over een onderwerp uit

de moderne filosofie: W.P. Steenkamp, Die agnosticisme van Herbert Spencer (1910), J.G. Ubbink, Het prag-

matisme van William James (1912), S. Volbeda, De intuïtieve philosophic van James McCosh (i9i4)> E.E. van

Rooyen, Het sceptiasme van David Hume (1916) en H.W. [van der Vaart] Smit, De natuurphilosophie en het

theïsme (1917). Bavinck had verscheidene promovendi een onderwerp aan de hand gedaan, anderen kwamen met

i||ii eigen initiatieven, maar allen liet hij vrij in de uitwerking van hun gedachten. Was hij te weinig kritisch geweest

bij de beoordeling van het manuscript van Van der Vaart Smit, waarin een synthese werd verdedigd tussen

de natuurfilosofie van Hermann Lotze en de christelijke theologie? Ubbink en VoUenhoven leverden scherpe

kritiek op dit proefschrift, dat de theologische faculteit volgens hen niet had behoren te aanvaarden, In de tijd

van de tweede wereldoorlog zou Van der Vaart Smit zijn synthesedenken uitwerken in een verdediging van het

Duitse nationaalsocialisme (zie Stellingwerff, De Vrije Universiteit na Kuyper, pp. 30, 83-84, 93). Dat laatste

kon Bavinck niet weten, maar de vraag zou in de jaren dertig aan de Vrije Universiteit actualiteit krijgen: brengt

synthesedenken, waarin christelijk denken zonder kritisch-filosofische ondervraging aanpassing zoekt bij niet-

christelijke filosofische theorieën, een wetenschapper noodzakelijkerwijs op dwaalwegen?

I 173 ^2.wmck,Wi]sbegeerte der openbaring^p^. iiyiij.

174 Buskes, Hoera voor het leven, p. 34.

H

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's

Een handvol filosofen - pagina 70

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's