GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een handvol filosofen - pagina 202

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een handvol filosofen - pagina 202

Geschiedenis van de filosofiebeoefening aan de Vrije Universiteit in Amsterdam van 1880 tot 2012

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

198 V A Voorspel en begin

Universitair Stimuleringsfonds. Hoewel het doel van dit fonds ongeveer gelijk was

aan dat van het BRO, was het stimuleringsfonds expliciet bedoeld om het wetenschap-

pelijk profiel van de Vrije Universiteit ten opzichte van andere Nederlandse univer-

siteiten te versterken.''*

Binnen de universiteit deden zich ontwikkelingen voor, waarmee de Centrale In-

terfaculteit moeite had. Vergeleken met de jaren vijftig was de ontwikkeling van de

universiteit op godsdienstig terrein langzaam maar zeker veranderd en deze ver-

andering manifesteerde zich in de jaren zeventig als onomkeerbaar. H e t was het

bestuur van de Centrale Interfaculteit bekend dat in de jaren zestig en zeventig in

verscheidene faculteiten de doelstelling nauwelijks nog een rol speelde in sollicita-

tiegesprekken met te benoemen stafleden. In die faculteiten vond men een formele

instemming met de doelstelling voldoende en beschouwde men het stellen van vra-

gen over iemands visie op de doelstelling in relatie tot onderwijs en onderzoek on-

gepast.^' In verscheidene faculteiten waren stafleden benoemd die geen enkele af-

finiteit met de doelstelling hadden. E r waren nog wel enkele vakgroepen waar de

godsdienstige inhoud van de doelstelling serieus werd genomen en er waren indi-

viduele wetenschappers die voor zichzelf nog wel een idee hadden van christelijke

wetenschap, maar zij waren uitzonderingen die de regel bevestigden dat de kwaliteit

van wetenschappers boven de doelstelling ging of, zoals men het destijds wel n o e m -

de, dat de realisering van de doelstelling o o k tot uitdrukking kon k o m e n in de kwa-

liteit van wetenschappelijk onderwijs en onderzoek.

In 1977 had dr. A.P. Bos nog geschreven: ' H e t kan mijns inziens niet w o r d e n

ontkend, dat bij de oprichting van de Vrije Universiteit het ideaal van een intrin-

siek christelijke wetenschap het hart van de onderneming is. Wanneer tenslotte aan

het eind van de discussie algemeen geconcludeerd w o r d t , dat het hart van de V.U.

niet meer klopt zoals gewenst, en de voorstellen die op tafel k o m e n niet meer k u n -

nen dienen als "pacemaker" voor het oude hart, maar leiden tot hart-transplantatie,

zal men de moed behoren te hebben dat h a r d - o p te zeggen'.*" Maar niemand zei dat

hardop. Zo gaat dat met culturele en o o k 'geestelijke' processen die decennia in be-

slag nemen. Zelden kan men een bepaalde datum noemen waarop een omslag heeft

plaatsgevonden.

Zelden kan men ook een d a t u m noemen waarop een gevecht een achterhoedege-

vecht wordt. O v e r een achterhoedegevecht kan men spreken, wanneer de feitelijke

strijd al beslist is en de beslissing als onomkeerbaar moet w o r d e n beschouwd. D e

stafleden van de Centrale Interfaculteit wisten dat h u n strijd voor het handhaven

van de doelstelhng voor leden van de faculteitsraad niet alleen geen steun had gekre-

gen van de besturende colleges, maar ook geen draagvlak meer had in de universiteit.

Al leek de faculteit zich in de jaren zeventig en tachtig op te stellen als hoedster van

de doelstelling, zij k o n weten dat de universiteit in die jaren haar koers geleidelijk

aan het verleggen was. Indien aan de Vrije Universiteit in de jaren zeventig en daar-

na nog werd gediscussieerd over de ' i n h o u d ' van de doelstelling met betrekking tot

onderwijs, onderzoek en personeelsbeleid, dan kreeg deze discussie steeds meer het

karakter van een achterhoedegevecht.

78 Zie fiota t.h.v. het stafcolloquium (23 april 198e), van E.H. van Olst, in archief ciF, doos 90.

"j^ Memo 'De C.I.F., correctie op een vertekend beeld' van het faculteitsbestuur aan de hoogleraren en lectoren

van de Centrale Interfaculteit' (18 juni 1979), in archief CIF, doos 17.

80 Bos, 'Haalt de Vrije Universiteit 1980?', p. 9.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's

Een handvol filosofen - pagina 202

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's