GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een handvol filosofen - pagina 102

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een handvol filosofen - pagina 102

Geschiedenis van de filosofiebeoefening aan de Vrije Universiteit in Amsterdam van 1880 tot 2012

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

98 / / Nieuwefilosofischeuitdagingen (1^18-1940)

een ander terrein van de werkelijkheid behoort. Zo worden begrippen gevormd als

een synthese van het logische met iets dat op zichzelf niet logisch is. In de biolo-

gie bijvoorbeeld worden begrippen gebruikt die een synthese zijn van het logische

en het biotische, en in de psychologie begrippen die een synthese zijn van het logi-

sche en het psychische. Doordat er een analogie van het logische in alle wetssferen

of wetskringen voorkomt, maar telkens op een andere manier, is wetenschappelijke

kennis met betrekking tot een wetskring mogelijk. Die analogieën van het logische

berusten op 'de kosmische orde van de afzonderlijke sferen'.*'

In zijn analyse van het logische maakte hij een scherp onderscheid tussen de god-

delijke Logos en de menselijke logos. Hij markeerde de Griekse opvatting van Logos

van de openbaring van de Logos in de Bijbel. Vervolgens beschouwde hij de men-

selijke logos als de logische functie van de mens die de goddelijke Logos onderstelt,

zonder dat het omgekeerde kan worden gezegd. Indien men wèl zou zeggen dat

de goddelijke Logos het menselijk logische onderstelt, dan was volgens hem spra-

ke van 'Logosspeculatie' die de 'hoofdgrens tusschen God en schepsel' miskende.'"

Vollenhoven wilde in zijn rede de beginselen van een calvinistische kentheorie

uiteenzetten. Aan het eind van zijn rede merkte hij op dat voor deze kentheorie al

een program was ontwikkeld in het rapport over de gereformeerde beginselen, dat

de senaat van de Vrije Universiteit in 1895 had aanvaard.'" Besefte hij niet dat hij

zich met zijn verwijzing naar dat rapport op glad ijs bewoog? Dat rapport had im-

mers mede ten grondslag gelegen aan het conflict dat De Savornin Lohman kreeg

met de Vrije Universiteit en dat tot zijn ontslag had geleid. Later had Bavinck de

gereformeerde beginselen gerelativeerd en opgemerkt dat een wetenschap die al-

leen gebouwd was op de gereformeerde beginselen, zonder dat die nader werden

omschreven, op 'zandgrond' rustte. Vollenhoven was niet bang voor glad ijs en van

bouwen op zandgrond moest hij niets hebben. Hij wilde de gereformeerde begin-

selen inderdaad nader omschrijven en uitwerken. Hij verwees naar stelling 16 van

het genoemde rapport, waarin onder andere werd gezegd dat de beantwoording van

kentheoretische vragen moest worden ontleend aan de gereformeerde beginselen.

Met deze expliciete verwijzing naar de gereformeerde beginselen nam hij zich voor

een filosofie uit te werken die 'ten volle aan de kennis ook der Schriftopenbaring

recht diende te doen'.'^

6 H. Dooyeweerd: filosoof van religieuze grondmotieven

Enkele dagen voor de ambtsaanvaarding van Vollenhoven had zijn zwager Dooye-

weerd zijn inaugurele rede uitgesproken over De beteekenis der wetsidee voor de

rechtswetenschap en rechtsfilosofie. Onder wetsidee verstond hij de idee van de

meest fundamentele wet die in een filosofische stroming of theorie werd gehanteerd.

Hij besteedde in zijn rede ruim aandacht aan de humanistische levens- en wereld-

beschouwing die zich na de renaissance in filosofie en wetenschappen had geopen-

89 Vollenhoven, Logos en ratio, p. 11.

90 Vollenhoven, Logos en ratio, pp. 18, 31. Voor een gedetailleerde analyse, zie Tol, Philosophy in the Making,

pp. 185-201,428-440.

91 Dat rapport heb ik besproken in hoofdstuk 18.

92 Vollenhoven, Logos en ratio, p. 66. Zie Rullmann, De Vrije Universiteit, p. 191.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's

Een handvol filosofen - pagina 102

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's