GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een handvol filosofen - pagina 61

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een handvol filosofen - pagina 61

Geschiedenis van de filosofiebeoefening aan de Vrije Universiteit in Amsterdam van 1880 tot 2012

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

12 Graden van de Vrije Universiteit erkend 57

was Geesink georiënteerd op de traditionele gereformeerde theologie, waarin be-

paalde aristotelisch-thomistische onderscheidingen gangbaar waren die leidden tot

scholastieke redeneringen. Zo kwam Geesink tot een dualistische mensbeschou-

wing van ziel en lichaam die als twee onvolledige substanties werden beschouwd

en samen een volledige substantie zouden vormen.'** Ook verdedigde hij een aan

de Stoa en het thomisme ontleende natuurlijke zedewet die zou zijn ingeschapen in

de redelijke natuur van de mens, terwijl hij anderzijds geloofde in de verdorvenheid

van de menselijke natuur die alleen door Gods genade kon worden vernieuwd.'"''

Met alle waardering die Abraham Kuyper voor het onderwijs van Geesink had,

merkte hij tijdens de jaarvergadering van de vereniging in 1900 op: 'Doch wat wij

ook nodig hebben, is een wijsgerig stelsel, dat uit onze eigen beginselen is opge-

bouwd, en dat God de Heere ook daarvoor de mannen zende'."''^ Een vriendelijke

aansporing voor de toen zesenveertigjarige Geesink, maar voor hem te hoog gegre-

pen. Geesinks filosofische uiteenzettingen waren grondig en goed beargumenteerd.

Hij kon het denken van grote filosofen duidelijk uiteenzetten en kernachtig type-

ren. Aan Kuypers wens om een eigen, calvinistische wijsbegeerte te ontwikkelen,

kwam hij echter niet toe.

12 Graden van de Vrije Universiteit erkend

Het kabinet-Kuyper was in 1901 ambiteus van start gegaan. De plannen die Kuy-

per als formateur had ontvouwd bevatten volgens De Savornin Lohman voldoende

werk voor een heel mensenleven. "''^ Een van Kuypers plannen was om een nieuwe

wet voor het hoger onderwijs tot stand te brengen. Hij wilde de Polytechnische

School in Delft verheffen tot Technische Hogeschool en de graden van de Vrije

Universiteit een wettelijke erkenning geven. Na een uitgebreide behandeling nam

de Tweede Kamer het wetsvoorstel in 1904 aan, maar de Eerste Kamer verwierp

het. Omdat na de pas gehouden verkiezingen voor de Provinciale Staten de politie-

ke verhoudingen in de Eerste Kamer volgens Kuyper niet meer in overeenstemming

waren met de verhoudingen van de nieuwgekozen Staten en een nieuw te kiezen

Eerste Kamer naar zijn verwachting een andere samenstelling zou krijgen, adviseer-

prees om zijn veelzijdigheid Naar aanleiding van deze woorden mei kt Van Deursen op 'Maar die kwaliteit

moet haar waarde ontlenen aan diepgang, en daarover zweeg hij' Van Deursen verzwijgt echter dat Aalders m

die grafrede ook had opgemerkt dat Geesink niet behoorde tot 'mannen van de middelmaat' en een geleerde was

'wiens wetenschappelijke schouders een heel eind boven anderen uitstaken' (zie G.Ch. Aalders, 'Lotgevallen der

Universiteit', Vri)e Universiteit^ Jaarboek 19JO, p 63) O p grond van Geesinks publicaties concludeer ik dat hij

zowel een veelzijdig als diepzinnig geleerde was Waarom hij dan toch een miskend geleerde werd genoemd, kan

te maken hebben met het vak dat zijn liefde had, de ethiek In gereformeerde kring stond de dogmatiek centraal

en werd ethiek beschouwd als een 'bijwagen' Het is met onwaarschijnlijk dat dit vooroordeel de beeldvorming

van Geesink heeft bepaald Van zijn Gereformeerde ethiek kan in elk geval worden gezegd dat het op het terrein

van de ethiek een fundamentele historische en systematische studie was, die de kenmerken had van een stan-

daardwerk, uiteraard gesitueerd in de gereformeerde context in het begin van de twintigste eeuw, maar sindsdien

aan de Vrije Universiteit met geëvenaard

140 Geesink, Van 's Heeren ordmantien, I, pp. 291-292 Geesmk, Gereformeerde ethiek, I, pp 481, 483, 517

Zie de kritische opmerkingen van Klapwijk, 'Honderd jaar filosofie', pp 545-546.

141 Geesink, De ethiek m de gereformeerde theologie, pp. 461-462, 475

142 Jaarverslag van de Vereeniging (over 1900), 1901, p. xlviii.

143 Zie Suttorp,AlexanderFrederik de Savornin Lohman, p 133.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's

Een handvol filosofen - pagina 61

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's