GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een handvol filosofen - pagina 229

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een handvol filosofen - pagina 229

Geschiedenis van de filosofiebeoefening aan de Vrije Universiteit in Amsterdam van 1880 tot 2012

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

4 A. Troost: ethicus met een beperkte visie op ethiek 22 J

Hoewel hij de vermogensaanwasdeHng primair beschouwde als een juridisch onder-

werp (wie heeft recht of behoort recht te hebben op de 'overwinst' van een onder-

neming?), had dit onderwerp een ethische relevantie. In aansluiting bij Dooyeweerd

stelde hij 'dat het recht in de figuur der billijkheid anticipeert op de moraal, d.w.z.

op de naastenliefde, die tot het studieterrein van de ethiek behoort. In deze anticipa-

tie op de liefde zal ... het recht zich verdiepen en ook zonder dat men jurist is, kan

een christen, ja behoort een christen ... het appèl dat op hem gedaan wordt om de

gerechtigheid, de billijkheid en de naastenliefde in het leven te betrachten en te be-

vorderen, positief te aanvaarden'.'"* Op deze manier lichtte Troost de ethische rele-

vantie van het probleem van de vermogensaanwasdeling toe, maar de vraag die hem

restte was of en zo ja, met welke ethische argumenten een vermogenaanswasdeling

kon worden verdedigd.

In verband met de vermogensaanwasdeling stelde Troost dat billijkheid moet

worden afgestemd op de structuur van de onderneming in kwestie en dus afhanke-

lijk is van de visie die iemand op de onderneming heeft. Bovendien wordt het be-

antwoorden van de vraag naar rechtvaardigheid (in de verdiepte zin van billijkheid)

bemoeilijkt door de niet gemakkelijk doorzichtig te maken economische complexi-

teit en onzekere toekomstverwachtingen van een onderneming. Wat rechtvaardig is,

blijkt dus mede te worden bepaald door wat op korte en middellange termijn econo-

misch verantwoord is. In elk geval was rechtvaardigheid volgens Troost niet vanuit

een 'idealistische ethische hoogte' te decreteren.*'

Hoewel de ethiek geen normatieve ideeën kon decreteren, betekende deze ethiek-

opvatting volgens hem niet dat men de bestaande rechtsverhoudingen zonder meer

zou moeten aanvaarden. Kon de ethiek als de wetenschap van de naastenliefde dan

geen perspectief bieden om de verdeling van de industriële eigendomsrechten mede

onder werknemers te bevorderen? Hij beantwoordde deze door hemzelf gestelde

vraag niet met het doen van concrete voorstellen of suggesties, maar besloot zijn

rede met de volgende beschouwing: 'Inderdaad is er een ethisch perspectief voor de

verbetering van de samenlevingsverhoudingen en voor alle pogingen tot verminde-

ring der sociale ongerechtigheid. Dat perspectief is er als het beginsel der naasten-

liefde als een lentewind door de maatschappij gaat waaien. (...) [D]e rechtsverhou-

dingen en wel in het bijzonder de eigendomsverhoudingen, ook in de industriële

sector, zouden naar alle waarschijnlijkheid er in concreto geheel anders voor staan,

indien het beginsel der liefde de beleving van het eigendomsrecht verdiepte en ver-

edelde tot billijkheid'}''

In zijn rede liet Troost zijn opvatting doorschemeren, dat ethiek slechts een be-

perkte taak had. Het beantwoorden van de vraag of de vermogensaanwasdeling

ethisch rechtvaardig kon worden genoemd, werd volgens hem mede bepaald door

wat economisch verantwoord was. Een normatief denkend econoom zou dus mede

het antwoord bepalen op de vraag wat ethisch rechtvaardig kon worden genoemd.

Maar wat zou de eigen inbreng van de ethiek zijn bij het beantwoorden van deze

vraag? Weliswaar had hij gesproken over een ethiek als een perspectief voor ver-

nieuwing van de samenleving, maar over een eigen inbreng van de ethiek (inzake de

84 Troost, Vermogensaanwasdeling-, p'p. 17-18.

85 Troost, Vermogensaanwasdeling, p. 33.

86 Troost, Vermogensaanwasdeling, p. 40.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's

Een handvol filosofen - pagina 229

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's