GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een handvol filosofen - pagina 280

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een handvol filosofen - pagina 280

Geschiedenis van de filosofiebeoefening aan de Vrije Universiteit in Amsterdam van 1880 tot 2012

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

276 V D Feiten en gebeurtenissen

Van der Hoeven en andere jongere docenten spraken vrijmoedig over openheid,

dialoog en communicatie, maar dit betekende niet dat de verhoudingen binnen de

faculteit erdoor werden gekenmerkt. O o k k o n d e n zij de negatieve beeldvorming

van de faculteit op korte termijn niet veranderen. Bij een deel van de wetenschap-

pelijke staf bestond onvrede en ongerustheid over het intern functioneren van de

faculteit en haar negatieve beeldvorming naar buiten. Er broeide iets in de faculteit.

Vanaf 1964 had het faculteitsbestuur waar mogelijk stafleden benoemd, die de cal-

vinistische wijsgebegeerte waren toegedaan. In de loop van de jaren zeventig waren

de meeste stafleden zich er echter ter dege van bewust geworden dat in de univer-

siteit een negatieve beeldvorming van de faculteit was ontstaan. In informele ge-

sprekken bleek dat zij deze beeldvorming verschillend beoordeelden, maar in staf-

vergaderingen werd er geen open discussie over gevoerd. T o t de tijd rijp was en men

er niet langer aan voorbij k o n gaan. In 1980 was het zo ver. O m de onvrede over het

functioneren van de faculteit uit de sfeer van de informele gesprekken te halen, be-

sloot het faculteitsbestuur deze kwestie openlijk te bespreken in een staf beraad. Van

der Hoeven en Aertsen, die als decaan, respectievelijk secretaris het faculteitsbe-

stuur vormden, namen het initiatief om met alle leden van de wetenschappelijke staf

twee dagen in retraite te gaan. In april 1980 vond het stafberaad plaats in een confe-

rentiecentrum in Driebergen. O p de agenda stond het toekomstig functioneren van

de faculteit in verband met het onderwijs en onderzoek, de wijsgerige vorming en

de plaats van de faculteit binnen de universiteit.

Ter voorbereiding van dit interne beraad had het bestuur enkele stafleden uitgeno-

digd om een notitie te schrijven. Van hen was Van Peursen de enige die in zijn notitie

opmerkte dat de beeldvorming van de faculteit mede te wijten was aan de dominantie

van de wijsbegeerte der wetsidee. Verder merkte hij op: 'In het algemeen werd de

W.d.W. als te systematisch en gesloten ervaren, te gemakkelijk ook in het afwijzen

van anders gerichte opvattingen. In bijzondere gevallen konden bepaalde takken van

wetenschap, zoals de psychologie, zich niet vinden in de hun toegewezen plaats in de

wetskringen. Soms ook werden bepaalde wetenschappelijke ontwikkelingen afgewe-

zen, die gangbaar werden in een wetenschap; men denke aan de vragen rond de evo-

lutie'. Volgens Van Peursen was daar in latere jaren bijgekomen dat vanuit de W.d.W

opvattingen werden verdedigd tegen de dekolonisatie van Indië en voor de apartheid

in Zuid-Afrika, die door veel andere christenen werden verworpen. Vooral na de

tweede wereldoorlog was volgens hem een vervreemding ontstaan tussen de calvinis-

tische filosofen en andere wetenschappers aan de Vrije Universiteit. Wilde men zich

beraden op de toekomst van de filosofie aan de Vrije Universiteit, dan was volgens

hem een nadere analyse van deze vervreemding noodzakelijk. Ook de antithese tus-

sen christelijk en niet-christelijk denken was volgens hem aan een kritische analyse

toe om te worden vervangen door communicatie en dialoog, zonder dat dialoog zou

worden opgevat als 'knieval voor de geest van afval'. En hij vervolgde: 'De echte dis-

cussie over radicaliteit, reikwijdte en grenzen van de dialoog ("communicatie", "soli-

dariteit" enz.) is daardoor zelfs nog niet eens op gang gekomen'.''

Met zijn kritiek op de dominantie van de calvinistische wijsbegeerte in de Centrale

Interfaculteit had Van Peursen de negatieve beeldvorming van de faculteit ter sprake

gebracht. Hij vertolkte de onvrede over de faculteit, die leefde bij het college van be-

4 Van Peursen, 'Notitie voor stafberaad lé april 1980', in archief CIF, doos 17, map 'Stafberaad 1980'.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's

Een handvol filosofen - pagina 280

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's