GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een handvol filosofen - pagina 268

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een handvol filosofen - pagina 268

Geschiedenis van de filosofiebeoefening aan de Vrije Universiteit in Amsterdam van 1880 tot 2012

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

264 y C Filosofen van de historische vakken

van de wetenschap moeten leiden tot een intrinsieke betrekkelijkheid van alle 'be-

grippelijkheid' en als zodanig tot een verzet tegen een verabsolutering van 'weten-

schappelijkheid'.''''

Omdat in de westerse cultuur een krachtige tendens bestond tot idoolvorming van

wetenschappelijk denken, was Van der Hoeven van mening dat de Vrije Universiteit

uit nood geboren was en ook in de twintigste eeuw nood-zakelijk was. Hij erkende

dat de wetenschappen hun eigen dynamiek hebben en aan bepaalde methodologische

criteria moeten voldoen, maar hij onderkende het gevaar dat de wetenschappen op

deze manier door instrumentalisme worden gedomineeerd - een instrumentahsme

dat als dogma wordt aanvaard, dat de intrinsieke betrekkelijkheid van 'begrippelijk-

heid' en 'wetenschappelijkheid' negeert en de relatie van de wetenschap tot het 'volle

leven' nauweljks dient. Vandaar dat hij stelde dat aan de Vrije Universiteit voortdu-

rend een daadwerkelijke aandacht behoorde te zijn voor 'grensvragen': vragen die

aan het beoefenen van de wetenschap voorafgaan en die in de loop van het weten-

schappelijk onderzoek aanleiding geven tot kritische reflectie.

Tenslotte gaf Van der Hoeven toe dat de titel van zijn rede Het christelijke m... niet

gelukkig was geformuleerd. Het ging niet om iets aparts of iets extra's. Het kon

slechts gaan om een bijzondere universiteit die uit nood-zaak was opgericht en in

stand werd gehouden, namelijk uit de nood van geloof en wetenschap (in hun onder-

linge verbondenheid) die in de westerse cultuur met haar verabsolutering van het we-

tenschappelijk denken acuut was geworden en gebleven. Als de Vrije Universiteit uit

nood-zaak was ontstaan, dan zou de keerzijde kunnen zijn dat zij des-noods kon

verdwijnen. Des-noods ... bijvoorbeeld, zoals hij opmerkte, wanneer er te weinig

mensen zouden zijn of overblijven die hun wetenschappelijk werk willen openstel-

len en openhouden naar het geloof in de meeslepende overwinning van Christus.'"

Wat dit laatste betreft zou Van der Hoeven in de jaren zeventig en daarna tot de ont-

dekking komen dat er inderdaad te weinig van die mensen waren, maar ook dat zijn

'des-noods' niet opging. De Vrije Universiteit zou niet verdwijnen, maar haar koers

verleggen.

In 1981 sprak Van der H o e v e n ter gelegenheid van de l o i ' " dies natalis van de uni-

versiteit de diesrede uit, getiteld Vraagtekens bij vrijheid. H e t was een jaar na het

eeuwfeest van de Vrije Universiteit, waarbij ook al ruim aandacht aan haar naam was

besteed. Hij schroomde echter niet om in zijn diesrede nader in te gaan op de vraag

of het w o o r d vrij wel kon figureren in de eigennaam van een bepaalde organisatie.

Als hoogleraar voor de geschiedenis van de moderne filosofie werd hij beroepshalve

voortdurend bepaald bij de magische kracht van het w o o r d vrijheid in de westerse

ideeƫngeschiedenis, bij de telkens weer 'opvonkende actualiteit' ervan en o o k bij

zijn blijvende raadselachtigheid.'''^

In zijn reflectie op de reeds gestelde vraag of het w o o r d vrij wel k o n fungeren in

de naam van een organisatie k w a m hij vervolgens tot een constatering en een aanbe-

veling: 'a) het was niet zonder diepere grond dat het zgn. negatieve vrijheidsbegrip

- zoals we dat o o k aantreffen in de interpretatie van "Vrije Universiteit" als: vrij van

kerk en staat - v o o r o p k w a m te staan; maar b) niettemin dient het primaat van het

negatieve vrijheidsbegrip opgeheven te worden'.''^

44 Van der Hoeven, Het christelijke m de Vnje Universiteit, pp. 11-12.

45 Van der Hoeven, Het christelijke in de Vrije Universiteit, pp. 14-15.

46 Van der Hoeven, Vraagtekens bi] vrijheid, pp. 3-4.

47 Van der Hoeven, Vraagtekens bij vrijheid, p. 5.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's

Een handvol filosofen - pagina 268

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's