GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een handvol filosofen - pagina 163

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een handvol filosofen - pagina 163

Geschiedenis van de filosofiebeoefening aan de Vrije Universiteit in Amsterdam van 1880 tot 2012

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

7 Wijsgerige vorming (2) IJ9

Van Zuthem voelde zich door Zuidema niet begrepen. Hij was teleurgesteld in

Zuidema als collega, die hem had bejegend alsof hij voor hem een vreemde was. Hij

vroeg zich af waarom Zuidema die in Amstelveen woonde, op een steenworp afstand

van zijn huis (destijds) in Uithoorn, geen gesprek met hem was aangegaan over de

concept-bespreking van zijn rede. Niet de inhoudelijke kritiek had hem gestoord,

daar was over te praten geweest; hij had al meer kritiek te incasseren gekregen.''' De

diskwalificerende toon van Zuidema's bespreking had hem gekrenkt. Het kwaad was

geschied. Van Zuthem had geen behoefte meer aan een gesprek.^'

Zuidema's talent o m een theorie te analyseren en tot de grond af te breken was gro-

ter dan zijn vermogen om constructief kritisch mee te denken met auteurs die hij

besprak. Al waren velen van mening dat hij als criticus zijn reputatie als wetenschap-

per ernstig had geschaad, zijn emeritaat in 1971 werd door enkele vrienden aange-

grepen o m hem een bundel aan te bieden.* Zijn gezondheidstoestand maakte een

officieel afscheid onmogelijk. D e bundel werd hem in een besloten bijeenkomst bij

hem thuis aangeboden.

7 Wijsgerige v o r m i n g (2)

Zuidema's colleges inleiding in de filosofie, geschiedenis van de wijsbegeerte en lo-

gica vielen op maandagochtend. Alle eerstejaars van de universiteit werden geacht

deze colleges te volgen, behalve de theologiestudenten. Zij moesten alleen Zuide-

ma's college inleiding in de filosofie volgen, terwijl zij van Vollenhoven n o g een

aantal jaren geschiedenis van de filosofie en logica kregen (tot Zuidema ook deze

cuse - een boek met een volstrekt negatieve strekking, waarin hij geen enkel begrip toonde voor Marcuses fun-

damentele en actuele cultuurkritiek. Klapwijk, een promovendus van Zuidema, had op de laatste bladzijde van

zijn exemplaar geschreven: 'Zuidema heeft van Marcuse niets, maar dan ook niets geleerd of willen leren'. (Zie

interview met Klapwijk, in Puchmger, Honderd jaar Vrije Universiteit, p. 212.) G.A. van der Wal, hoogleraar filo-

sofie aan de Universiteit van Amsterdam (later aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam), schreef in een concept-

artikel over Zuidema's wijze van kritiseren: 'Wie als filosoof niet bereid is vooruit te zien en zijn beste krachten te

geven aan een constructieve bijdrage ten behoeve van de problemen van het heden pleegt verraad aan de filosofie

en maakt zich schuldig aan desertie tegenover de "Forderung des Tages"'. (Zie Van der Wal, 'Een filosofisch

ontoereikende kritiek. Naar aanleiding van Zuidema's wijze van kritiseren', niet gepubliceerd en niet gedateerd

manuscript (waarschijnlijk 1968), waarvan de auteur mij een kopie stuurde, in archief Woldring, doos V, map 73.)

78 C. de Galan, docent economie aan de Rijksuniversiteit in Groningen, had een kritische bespreking van Van

Zuthems oratie geschreven. Hij stelde dat economen 'hun aandacht beter aan andere publicaties kunnen schen-

ken. Van Zuthem heeft een heel slecht verhaal geschreven'. Al was het alleen maar dat hij geen definitie had ge-

geven van de economische orde en geen criteria had aangegeven voor wat hij geloofwaardig en ongeloofwaardig

vond. O o k had De Galan geschreven dat door Van Zuthem 'belangwekkende onderwerpen ... onvoldoende zijn

geanalyseerd' en dat zijn betoog tegenstrijdigheden zou bevatten. Zie C. de Galan, 'Een uitnodiging die geen

aandacht verdient', pp. 894-896.

79 Deze informatie verkreeg ik in een gesprek met Van Zuthem (Amsterdam, najaar 1969).

80 Jubileumbundel voor Zuidema was getiteld Communication and Confrontation. Zuidema was promotor

D.C. Mulder, Openbaring en rede in de Islamitische filosofe van Al-Faradi tot Ibn Rusd (1949), R.D. Knudsen,

The Idea of Transcendence in the Philosophy of Karl Jaspers (1958), S. Roosjen, De idee der zelfvervreemding

bij Maurice Merleau-Ponty (1963), H.A. Smit, Kierkegaard's Pelgrimage of Man: The Road of Self-Positing and

Self-Abdication (1965), H. Hart, Communal Certainty and Authorized Truth: An Examination of John Dewey's

Philosophy of Verif cation (1966), H. van der Laan, De wijsgerige grondslag van Bonaventura's theologie (1968),

D.J. Malan, 'n Kritiese studie van die wysbegeerte van H.G. Stoker vanuit die standpunt van H. Dooyeweerd

(1968) en J. Klapwijk, Tussen historisme en relativisme. Een studie over de dynamiek van het historisme en de

wijsgerige ontwikkelingsgang van Ernst Troeltsch (1970). O m d a t Zuidema vanwege zijn ziekte niet in staat was

om als promotor van Klapwijk op te treden, werd de promotie door M.C. Smit verricht.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's

Een handvol filosofen - pagina 163

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's