Een handvol filosofen - pagina 486

482 VI F Ontwikkelingen en lotgevallen

VISOR

In 2006 kwam het college van bestuur met het plan dat al het onderzoek aan de uni-

versiteit moest worden ondergebracht in onderzoeksinstituten. Op aandringen van

het college werd in 2007 het onderzoeksinstituut VISOR opgericht (vu Institute for

the Study of Religion, Culture and Society). Al het onderzoek van de Faculteit der

Godgeleerdheid kwam bij dit instituut terecht. De Faculteit der Sociale Wetenschap-

pen bracht een deel van haar onderzoek, met name dat van de afdeling Sociale en cul-

turele antropologie, bij VISOR onder. Ook de faculteiten Letteren en Wijsbegeerte

participeerden voor een deel van hun onderzoek in dit instituut. Naar het model van

onderzoeksinstituten in de natuur- en medische wetenschappen dacht het college

van bestuur dat een interdisciplinair onderzoeksinstituut ook in de alfa-faculteiten

bevorderlijk zou zijn voor de kwaliteit van het onderzoek, de kwantiteit van onder-

zoeksresultaten, het verwerven van extern gefinancierde onderzoeksprojecten en een

toename van het aantal promoties.

De staf van de Faculteit der Wijsbegeerte zag niets in dit plan van het college, om-

dat dit op de natuur- en medische wetenschappen georiënteerde plan geen inzicht

toonde in de intrinsieke verschillen tussen diverse wetenschappen naar object en me-

thode van onderzoek, en werkwijze van de onderzoekers. Op het terrein van de hu-

maniora verrichten veel onderzoekers hun onderzoek op grond van hun jarenlange

onderzoekservaring en in hun persoon opgeslagen expertise die niet gemakkelijk

vervangbaar noch op te splitsen is.

In de Faculteit der Wijsbegeerte sprak men over VISOR als een voor het filosofisch

onderzoek tot mislukken gedoemd project, maar het college oefende druk uit op de

faculteit om in dit instituut te participeren. Een deel van de staf bracht in 2007 zijn

onderzoek bij VISOR onder. Een toekomstige evaluatie zal moeten uitwijzen in hoe-

verre yisoR aan de gestelde doelen beantwoordt.

3 Wijsgerige v o r m i n g

In 1989-1990 vond met medewerking van het Onderwijs Advies Bureau in alle fa-

culteiten een evaluatie plaats van de wijsgerige vorming. D e conclusie was dat de

docenten wijsgerige vorming didactisch beter scoorden dan het gemiddelde van de

docenten aan de Vrije Universiteit. Daar stond echter tegenover dat de meeste stu-

denten de colleges en de literatuur minder interessant vonden dan die van h u n ande-

re vakken. H o e w e l in enkele faculteiten de wijsgerige vorming als een geïntegreerd

onderdeel van het studieprogramma werd ervaren, werd zij in andere faculteiten als

een Fremdkörper beschouwd. N a het bekend worden van de resultaten van het eva-

luatierapport namen verscheidene docenten maatregelen: zij verbeterden h u n syl-

labi en kozen andere literatuur."

Inmiddels had het faculteitsbestuur in 1990 de Commissie Wijsgerige Vorming

vervangen door de Stuurgroep Wijsgerige Vorming. Sinds 1972 hadden alle docen-

ten die wijsgerige vorming gaven zitting in de eerstgenoemde commissie, maar de

stuurgroep bestond slechts uit enkele stafleden, prof. S. Griffioen als voorzitter, drs.

A. Tol als secretaris en verder dr. B. Kee en prof. E . H . van Olst. Bovendien woonde

35 Zie nota van het OAB van de vu 'Resultaten evaluatie-onderzoek Wijsgerige Vorming cursusjaar 1989-1990',

in archief FdW, doos 94 en 95.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen