GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een handvol filosofen - pagina 243

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een handvol filosofen - pagina 243

Geschiedenis van de filosofiebeoefening aan de Vrije Universiteit in Amsterdam van 1880 tot 2012

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

ƒ Th. de Boer: een uitvliegend filosoof 239

De Boer 'ernstige misduidingen waren van Brentano's filosofie'."^

Een jaar na zijn doctoraalexamen filosofie in 1958 deed hij eerst nog het kandi-

daatsexamen theologie en zette vervolgens zijn studie van Husserl voort. Uit ge-

sprekken met Vollenhoven was hem al duidelijk geworden dat hij niet bij deze

hoogleraar kon en wilde promoveren. De discussies over tal van interpretatiekwes-

ties en de druk die Vollenhoven op hem zou uitoefenen om zijn promotor te volgen,

zouden zijn promotiestudie tot een lijdensweg maken. Op bezoek bij prof. Zuide-

ma sprak De Boer openhartig over de moeilijkheden die hij vreesde met Vollenho-

ven als promotor, waarop Zuidema duidelijk zei: 'Theo, het moet jouw proefschrift

worden!' En vervolgens: 'Bij wie wil je dan wel promoveren?' De Boer had al over

die vraag nagedacht en antwoordde dat prof. K. Kuypers in Utrecht hem de meest

geschikte promotor leek. Zuidema nam direct de telefoon, belde Kuypers op en zei

dat er een student bij hem was: 'je moet eens met hem praten'.

Na het gesprek met Kuypers wachtte De Boer de moeilijke taak om Vollenhoven

te vertellen dat hij een andere promotor had gevonden. Hij zag tegen dit gesprek op,

maar het moest gebeuren. Tijdens het gesprek was niet alleen De Boer gespannen,

ook Vollenhoven voelde zich zichtbaar ongemakkelijk. Hij vroeg welke promotor

De Boer dan wenste. Toen hij de naam van Kuypers noemde, gaf Vollenhoven blijk

van enige opluchting; Kuypers was bij hem gepromoveerd en hij had vertrouwen

in hem. De Boer voltooide zijn proefschrift, getiteld De ontwikkelingsgang in het

denken van Husserl, en promoveerde in 1966 cum laude in Utrecht. Bij de promo-

tie zat Vollenhoven op de eerste rij en bij de receptie voegde hij aan zijn fehcitatie de

woorden toe: 'Ook gefeliciteerd dat je de promotor hebt gevonden die bij je past'.

Hoewel De Boer zich had verwijderd van de calvinistische wijsbegeerte, was hij

per I september 1966 aan de Vrije Universiteit benoemd tot wetenschappelijk amb-

tenaar I met een zelfstandige leeropdracht voor wijsgerige antropologie. Hij had

deze benoeming aangenomen, maar aanvaardde twee maanden later de benoeming

tot wetenschappelijk hoofdmedewerker voor wijsgerige antropologie in Utrecht.

Hij sprak over de laatstgenoemde benoeming met Van Riessen, decaan van de Cen-

trale Interfaculteit, die hem vroeg zijn colleges aan de Vrije Universiteit te blijven

geven voor één dag per week. Er was namelijk op korte termijn geen geschikte op-

volger beschikbaar. De Boer gaf gehoor aan dit verzoek en bleef in de rang van we-

tenschappelijk hoofdmedewerker voor een dag per week aan de Vrije Universiteit

verbonden. Het was hem bekend dat de Centrale Interfaculteit bezig was met een

procedure om hem te benoemen tot buitengewoon lector en in een brief van 8 mei

1967 berichtte de universiteit hem dat hij in deze functie was benoemd."^ Hij stond

er positief tegenover, maar hield de benoeming in beraad en vertrok op i juni voor

een kampeervakantie naar Texel.

Tijdens deze vakantie kwam de beheerder van de camping een telegram brengen

bij de tent van de familie De Boer. Het telegram kwam van prof.dr. J.M.M. Aler,

hoogleraar esthetica en cultuurfilosofie aan de Universiteit van Amsterdam, die

vroeg om op korte termijn een afspraak te maken voor een gesprek. De Boer had

geen idee waar het over zou gaan, maar hij belde Aler op en er werd voor 15 juni

116 Aldus De Boer in een brief aan mij (5 april 2010), in archief Woldring, doos IV, map 45.

117 Gegevens zijn ontleend aan De Boer Personeelsdossier, 1968-55. Biografische bijzonderheden verkreeg ik

m een gesprek met De Boer (Amsterdam, 15 maart 2007).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's

Een handvol filosofen - pagina 243

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's