GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een handvol filosofen - pagina 87

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een handvol filosofen - pagina 87

Geschiedenis van de filosofiebeoefening aan de Vrije Universiteit in Amsterdam van 1880 tot 2012

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

2 H.]. Pos: filosoof met een vrije geest 83

onhoudbaar is, 'het begrip "geloof" een nieuwen zin geven? Hoe zal, terwijl het ge-

weten zelf de dikke korst der pseudo-rationeele vastheid wegbrandt, een kern, die

nog inhoud heeft, een niet-historisch bepaalde, persoonlijker, onmiddellijker grijp-

bare intuïtie, die beter de ware bron van het innerlijk leven kent, tot openbaring

brengen?' De hele synodezaak draaide voor Pos om deze vraag. Daarom signaleerde

hij bij zichzelf 'sympathie voor deze zaak, die [gezien de uitspraak van de synode]

toch weer niet de mijne is'.'*

D e uitspraak van de synode van Assen raakte Pos nauwelijks en de gesprekken met

directeuren en curatoren vond hij alleen maar lastig. In deze gesprekken wees hij

erop dat hij zijn onderwijs gaf om voor de universiteit iets te betekenen, dat hij de

grondslag van de universiteit aanvaardde en dat zijn kerkkeus aan zijn onderwijs

noch aan zijn instemming met de grondslag enige afbreuk d e e d . " D e gesprekken

sleepten zich voort, zonder dat de partijen tot elkaar kwamen. Zoals gebruikelijk

in zulke situaties benoemden directeuren en curatoren een commissie die duidelijk-

heid moest brengen over de positie van de dissidente hoogleraren. O p de jaarver-

gadering van de vereniging in 1928 k w a m de commissie met haar rapport waarvan

de conclusie was, dat uitspraken van een synode voor de Vrije Universiteit 'geen

juridisch-bindend gezag' hadden, maar dat in het onderwijs aan de universiteit alles

'wat de Heilige Schrift ons mededeelt of leert, onvoorwaardelijk w o r d t aanvaard, en

... een willekeurig handelen met de Heilige Schrift of met haar uitspraken, en der-

halve o o k het in twijfel trekken van den letterlijken zin van bestanddeelen van het

heilige geschiedverhaal' uitgesloten was."*" Zo hield men de uitspraak van de synode

formeel buiten de deur, maar haalde haar materieel binnen.

Pos had bedenkingen tegen het tweede deel van de conclusie, maar wilde er geen

zakelijke bezwaren tegen inbrengen. O o k hij wilde als filoloog de letter van een

tekst volstrekt serieus nemen en bij de interpretatie ervan niet willekeurig te werk

gaan. Hij wilde geen tijd en energie meer aan de kwestie besteden en de curatoren

namen er genoegen mee dat hij geen zakelijke bezwaren tegen de conclusie had. O p

deze manier hadden de partijen een formele overeenstemming bereikt, die de ver-

schillen toedekte tussen een (wat Pos noemde) 'letterlijke' of 'pseudo-interpretatie'

van bijbelboeken en een kritisch-wetenschappelijk onderzoek ervan.

H e t waren deze verschillen die ook tot uiting k w a m e n in het conflict tussen Pos

en zijn p r o m o v e n d u s R.J. D a m . H o e w e l D a m als jaargenoot van Pos wist dat er tus-

sen hen theologische verschillen bestonden, had hij in 1926 - kort na de synode van

Assen - Pos als p r o m o t o r gevraagd. Pos had positief gereageerd, maar toen hij in

1928 enkele hoofdstukken van D a m s manuscript had gelezen trok hij zich als p r o -

m o t o r terug. D a t D a m zich voor het ontstaan van talen wilde baseren op teksten in

het O u d e Testament, met name op de Babylonische spraakverwarring, was voor

Pos wetenschappelijk onaanvaardbaar. D a m had geweigerd zijn manuscript aan te

passen en zou twee jaar later op een ander proefschrift p r o m o v e r e n bij prof.dr. H .

Wagenvoort in Utrecht.^'

38 Brief van Pos van 25 april 1926 aan Le Cointre, in Harinck en Walk, Jeugdhrieven.

39 Archief college van curatoren, Notulen, 8 mei 1926.

40 Rullmann, De Vrije Universiteit, pp. 198-199. Voor een uitgebreide beschrijving van de relatie van Pos tot

de kwestie-Geelkerken en de repercussies ervan binnen de Vrije Universiteit, zie Derkx, HJ. Pos, pp. 58-72.

O o k Langeveld, 'Van gereformeerd hoogleraar tot voorzitter van het Comité van Waakzaamheid', pp. 35-45.

41 Zie Noordegraaf, Theorie en beginsel, pp. 8-13. O o k Noordegraaf, 'Gereformeerde taalkunde', pp. 133-144;

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's

Een handvol filosofen - pagina 87

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's