GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een handvol filosofen - pagina 409

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een handvol filosofen - pagina 409

Geschiedenis van de filosofiebeoefening aan de Vrije Universiteit in Amsterdam van 1880 tot 2012

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

12 R. van Woudenberg: Angehaksisch-reformMorisch georiënteerd filosoof 405

Naar zijn oordeel kon men in de filosofische discussie rond wereldbeschouwing en

christelijke levensovertuiging winst behalen door zich de methoden en strengheid

van de analytische filosofie eigen te maken. De analytische stijl van werken kon vol-

gens hem helpen om dubbelzinnige formuleringen te bekritiseren en zo scherp mo-

gelijke vragen te formuleren. Terwijl de continentaal-filosofische oriëntatie die in

zijn proefschrift duidelijk aanwezig was naar de achtergrond werd gedrongen, stelde

de analytisch-filosofische benadering hem in staat om diverse kentheoretische en on-

tologische vraagstukken (omtrent identiteit, contingentie en vele andere) scherper te

formuleren dan voorheen en tot betere inzichten te komen. Ook bekritiseerde hij

met behulp van zijn analytisch-filosofische werkwijze onduidelijke formuleringen in

de reformatorische wijsbegeerte en stelde hij zelfs het jargon van zijn reformatori-

sche collega's aan de kaak. Een voorbeeld hiervan was zijn kritische analyse van de

opvattingen van Geertsema die sprak over menselijke kennis die is opgenomen in de

'antwoord-relatie' waarin de mens bestaat in samenhang tot de hele geschapen wer-

kelijkheid. Afgezien van de vraag of hij Geertsema's tekst helemaal recht deed. Van

Woudenberg kwam met zijn analytische werkwijze veel onduidelijke formuleringen

bij Geertsema op het spoor."

Na zijn terugkeer naar de Vrije Universiteit in 1993 werd zijn aanstelling als Akade-

mie-onderzoeker verlengd tot 1997. In die jaren verscheen van zijn hand Filoso-

fische gedachten over Godsgeloof (1993), redigeerde hij verscheidene bundels en

publiceerde een dertigtal wetenschappelijke artikelen in Nederlandse en internatio-

nale media. Bovendien nam hij in de faculteit initiatieven tot nieuw onderzoek, die

in 1997 leidden tot de start van het onderzoeksprogramma 'Funderingsdenken en

bronnen van kennis' waarvan hij programmaleider werd. In zijn epistemologisch

onderzoek hield hij zich onder meer bezig met verschillende problemen rond de

analyse van kennis en met name met de idee dat er verschillende b r o n n e n van ken-

nis zijn, wat hij van belang v o n d o m bepaalde eenzijdige en reductionistische stand-

punten te vermijden. O o k deed hij onderzoek naar het zogeheten funderingsden-

ken, sinds Descartes een dominante epistemologische theorie, en haar alternatieven

als coherentisme en contextualisme. O p het terrein van de ontologie was hij bezig

met het thema 'Identiteit-door-de-tijd' en daarmee samenhangende problemen, wat

in 2000 resulteerde in zijn boek Het mysterie van de identiteit. Een analytisch-wijs-

gerige studie. In al zijn publicaties was de invloed van zowel Plantinga als Wolters-

torff herkenbaar.

In 1997 benoemd tot universitair hoofddocent, was hij vanaf dat jaar in de facul-

teit de coordinator van de sectie systematische wijsbegeerte en wijsgerige a n t r o p o -

logie, en gaf hij het propedeusecollege systematische filosofie en het tweedejaars

college dat voordien ook systematische wijsbegeerte heette, maar dat hij o m d o o p t e

tot ontologie en metafysica. Daarvoor had hij verscheidene jaren colleges wijsgeri-

ge vorming gegeven in de Faculteit der Letteren. N a zijn benoeming tot hoogleraar

werd hij van deze taak ontheven, maar in 2002 verscheen als vrucht van deze colle-

ges zijn boek Filosofie van taal en tekst. D e openingszin luidde: 'Dit boek gaat over

"betekenis"'. H e t ging om de vraag: wat zeggen we precies als we zeggen dat een

95 Van Woudenberg, 'Over het antwoordkarakter van kennis en waarheid', in G.J. Buijs e.a., Homo respon-

dens, pp, 68-83. Over de ontwikkeling van zijn denken spreekt Van Woudenberg in 'Waarom zou ik eigenlijk

aan alles moeten twijfelen?', in S. Metselaar en A.P. den Duik, Hoe denkers denken. Filosoferen als ambacht

(Amsterdam, 2012), pp. ioé-121.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's

Een handvol filosofen - pagina 409

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's