GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een handvol filosofen - pagina 414

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een handvol filosofen - pagina 414

Geschiedenis van de filosofiebeoefening aan de Vrije Universiteit in Amsterdam van 1880 tot 2012

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

410 W D Filosofen van de historische vakken

planten, dieren en mensen het werk van de ziel, waarbij de ziel volgens Bos wordt ge­

typeerd als: 'niet lichamelijk, maar nooit zonder lichaam'. Daarmee had Aristoteles

volgens Bos bedoeld dat de ziel onverbrekelijk verbonden was met een 'fijn­stoffe­

lijk ziele­lichaam, bestaande uit pneuma en (meer of minder) vuur, lucht, water en

aarde'.' Ook wees Bos erop dat bij Aristoteles elke soort van ziel een eigen, bij haar

passend instrumenteel lichaam heeft. Ook in dit verband gaat het om een fijn­stoffe­

lijk lichaam als instrument van de ziel. Gangbare interpretaties geven wel aandacht

aan Aristoteles' spreken over een 'onstoffelijk onbewogen principe van beweging' en

het zichtbare lichaam als 'datgene wat bewogen wordt', maar gaan volgens Bos ten

onrechte voorbij aan wat er tussen zit: een 'fijn­stoffelijke bewogen beweger'.' En

juist deze visie op het 'fijn­stoffelijke' lichaam van de ziel en haar consequenties

maakten volgens Bos een herinterpretatie van Aristoteles' psychologie noodzake­

lijk.' Als klap op de vuurpijl betoogde hij in 2008 ook nog dat ook het geschrift Over

het Pneum a van Aristoteles' hand moest zijn, al was dat altijd ontkend.' Het was net

als Over de kosmos aan Aristoteles ontzegd, omdat het de leer van \\tx.pneuma als in­

strument van de ziel huldigde.

Bos wilde dus een aantal fundamentele kwesties in de interpretatie van Aristoteles

opnieuw doordenken en tot integratie brengen. Daardoor wilde hij tevens laten zien

dat de interpretatie van Aristoteles zestig jaar had vastgezeten als gevolg van het ge­

loof aan de autoriteit van Jaeger. Bovendien was Bos van mening dat, indien hij in het

discours van competente vakgenoten zijn hypothese kon handhaven, zijn onderzoek

een nieuw zicht op de relatie tussen Philo en de kerkvaders ten opzichte van de

Griekse filosofie en de gnostiek nodig zou maken.

Bos was in de vijftig toen hij deze inzichten kreeg. Met het besef dat hij al dertig jaar

het werk van Aristoteles had bestudeerd, zei hij: 'Van natuurwetenschappers en der­

gelijken zeggen ze dat het hoogtepunt van h u n carrière voor h u n 3 5ste moet plaats­

vinden. Maar in ons soort vakken als geschiedenis, theologie en filosofie moet je

dertig, veertig jaar hebben meegedraaid voordat je een goed overzicht krijgt. Je moet

een beetje rijpen'." Bos was het voorbeeld van een alfa­onderzoeker bij wie het in­

tellectueel kapitaal van zijn onderzoekservaring in zijn persoon ligt opgeslagen en

niet in een groep. Deze ervaring kan en behoort met anderen te w o r d e n gedeeld en

zij kan als zodanig ook anderen verder helpen ­ het was dan o o k niet z o n d e r reden

dat Bos twee keer een jaar op het N IAS in Wassenaar doorbracht, maar het typische

van de alfa­onderzoeker is dat hij zijn intellectueel kapitaal individueel exploreert.

Bos k o n zijn visie op Aristoteles o o k gebruiken in zijn onderwijs aan de Vrije

Universiteit als een bijzondere universiteit met de doelstelling om 'al haar arbeid in

gehoorzaamheid aan het Evangelie van Jezus Christus te richten op het dienen van

G o d en Zijn wereld'. H e t zin­perspectief dat de doelstelling bood, was o o k aanwe­

zig in zijn boek Wetenschap en zin­ervaring, dat hij in de jaren tachtig gebruikte bij

6 Bos, 'Een herinterpretatie van Aristoteles' psychologie, en haar consequenties', p. 231. Zie Bos, 'Develop­

ment' in the Study of Aristotle, pp. 13­16.

7 Bos, 'Een herinterpretatie', p. 240.

8 Zie Bos, De ziel en haar voertuig (1999), waarvan een uitgebreide Engelstalige editie verscheen: The Soul and

its Instrumental Body (2003).

9 Aristotle, On the Life­Bearing Spirit (De Spiritu). A Discussion with Plato and his Predecessors on Pneum a

as the Instrum ental Body of the Soul. Introduction, translation, and commentary by A.P. Bos and R. Ferwerda

(Leiden, 2008).

10 Aldus Bos in interview, in Ad Valvas, 11 mei 2006, p. 7.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's

Een handvol filosofen - pagina 414

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's