GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een handvol filosofen - pagina 326

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een handvol filosofen - pagina 326

Geschiedenis van de filosofiebeoefening aan de Vrije Universiteit in Amsterdam van 1880 tot 2012

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

322 V F Reflectie

In hun werk ondervonden de docenten een hardnekkige tegenstand vanuit conser-

vatief-orthodoxe christeHjke gemeenschappen, hetzij vanwege kritiek op de calvinis-

tische filosofie, hetzij vanwege onverschilligheid ten opzichte van de idee van een

christelijke filosofie en de voorkeur om een graad te behalen aan een Canadese uni-

versiteit. Een van de docenten, B. Zylstra, schreef aan Dooyeweerd: 'Whether we will

succeed ... depends largely upon radical Christian commitment - and that is often ab-

sent'. Even verder schreef hij: 'One thing which the Canadian Calvinists have inheri-

ted from their "home country" is a sectarian narrowness, an introvert ecclesiasticism,

an absence of genuine ecumenical aliveness. (...) we will have to break with certain

theological and social traditions of this same Dutch reformed community'.'

Het instituut moest dus twee dingen doen die moeilijk met elkaar te verenigen wa-

ren: breken met bepaalde diepgewortelde tradities in conservatieve calvinistische ge-

meenschappen èn bruggen bouwen met deze gemeenschappen waarvan het financi-

eel afhankelijk was. Kort na de stichting van het instituut bleken verscheidene

hoogleraren zich in hun onderzoek en onderwijs niet te willen beperken tot de uit

Nederland ingevoerde calvinistische filosofie. Evenals Van der Hoeven en Klapwijk

aan de Centrale Interfaculteit wilden zij deze filosofie herijken, zich breder oriënte-

ren en de discussie aangaan met eigentijdse filosofen en andere wetenschappers - niet

slechts om de indruk te maken bij de tijd te zijn, maar omdat zij van mening waren

dat christenfilosofen en -studenten veel konden leren van de dialoog met niet-chris-

tenfilosofen. Deze hoogleraren waren zich er ter dege van bewust dat zij na gesprek

en reflectie, kennisverwerving en -verwerking een eigen standpuntbepaling niet kon-

den ontlopen, en dat wilden zij ook niet. Omdat zij op hun dialogische benadering

forse kritiek kregen vanuit hun conservatieve achterban, hadden zij wel eens tegen

elkaar gezegd dat deze aanpak hun positie aan het instituut onzeker kon maken, maar

zij waren voor de kritiek niet door de knieën gegaan.

Hun leermeester Runner was een van hun critici geworden.' Hij had in het begin

van de jaren zeventig opnieuw een verzoek ontvangen om hoogleraar aan het insti-

tuut te worden, maar na lang beraad had hij bedankt. Hij was destijds al halverwege

de vijftig en voelde er niet voor om met een overstap naar het financieel wankele in-

stituut zijn pensioen op het spel te zetten. Bovendien twijfelde hij eraan of de meer-

derheid van de staf van het instituut hem van harte steunde in de stringente manier

waarop hij de calvinistische filosofie beoefende.' Runner was geen man voor een dia-

loog, althans hij begreep de strekking ervan niet. Een gesprek kon volgens hem wel

mogelijk zijn, maar hij wist bij voorbaat dat andersdenkenden ongelijk hadden en dat

van hen niets te leren viel. Het ongelijk van de andersdenkende was bij hem niet een

eventuele conclusie na afloop van een gesprek, maar een antithetische positiebepaling

vooraf. Volgens hem was er slechts één stroming in de filosofie die hij onbetwistbaar

voor waar hield en dat was de calvinistische filosofie of (beter) zijn interpretatie van

deze filosofie. Collega's en leerlingen die zijn opvattingen niet deelden, kon hij

slechts met teleurstelling en wantrouwen nakijken.

6 Brief van Zylstra (i i november 1968) aan Dooyeweerd, m archief Dooyeweerd, Lade I.4 Voor enig inzicht

m de plaats van calvinistische immigranten in de culturele context van Canada, zie Zylstra, 'Preface to Runner',

pp. 9-34. O o k J.D. Bratt, Dutch Calvinism m Modern America. A History of a Conservative Subculture (Grand

Rapids, 1984), Ch. 12 en 13

7 Zie VanderVennen, A University for the People, p. 36.

8 Zie Zylstra,'H. Evan Runner', pp 13-14.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's

Een handvol filosofen - pagina 326

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's